Hezbollah wordt doorgaans als terreurorganisatie geduid. Het is treffender vandaag van een “terreurleger” te spreken. Woorden uit de mond van de Israëlische politieke wetenschapper Iftah Burman die binnenkort zijn proefschrift over Hezbollah hoopt af te ronden. Het Duitse weekblad Die Zeit kreeg op vrij suggestieve vragen ondubbelzinnig respons van Burman.
De Libanese “staat in de staat” telt 50.000 manschappen en naar schatting evenveel reservisten. Militair is Hezbollah daarmee vijf keer zo sterk als Hamas, benadrukt Burman.
De expert wijst tegelijkertijd op de nauwe vervlechting van het militaire met het religieuze. “Hezbollah is een door en door gelovige organisatie. Alle belangrijke militaire leiders zijn ook geestelijke autoriteiten. Bidden behoort tot het leven van alledag voor zijn strijders, zo ook koranstudie bij de opleiding. Je kunt alleen opklimmen tot officier als je werk maakt van je godsdienstige vorming. Elke gedode Hezbollah-strijder geldt als shahid, martelaar, die door zijn dood bewijst: Allah is groot.”
Daarbij komt dat “de leden van Hezbollah geloven dat ze uitverkoren zijn om in de toekomst de wereld te regeren”. Burman: “Hun extremistische uitleg van de koran luidt: Joden moet men doden, omdat ze Mohammeds aanbod om moslim te worden, afgewezen hebben en hij heeft ze bestraft in de massamoord van Chaibar.”
Heel nuchter uit de kenner zich over de imponerend ogende treurmarsen van Hezbollah bij de begrafenissen van haar gesneuvelde manschappen: “Denk er wel aan dat exact deze doden, die nu groots ten grave worden gedragen, terroristen waren.”
Een interessante vraag van Die Zeit betreft de liquidatie van de bevelhebber van de elite-eenheid Radwan van Hezbollah, Ibrahim Akil. Met hem stierven ongeveer twintig officieren door een Israëlische precisieaanval tijdens een vergadering onder een flatgebouw. Waarom werden Akil en zijn officieren niet door pieperaanvallen uitgeschakeld? “De Radwan strijdkrachten schermen zich perfect af, uit angst voor infiltratie”, repliceert Burman. Opname in de binnencirkel van Radwan gebeurt alleen op persoonlijke voordracht.
Over de grootscheepse pieperaanval op de leden van Hezbollah merkt de onderzoeker op dat de circa 3.000 pieperexplosies nauwelijks strijders, maar vooral de commandostructuren van Hezbollah raakten. “Er waren ongeveer 500 zwaargewonden, vooral in Beiroet. De piepers waren al maanden geleden geleverd, maar pas sinds kort in gebruik genomen. Ook dit is een indicatie dat een overval op Israël naar het voorbeeld van 7 oktober gepland was.”
Of Burman daarvoor ook bewijzen heeft, wil Die Zeit weten. Nee, antwoordt die, maar dat beeld krijgt hij door alle gebeurtenissen op een rij te zetten. “Daarom zijn de pieperexplosies, het doden van meerdere Hezbollah-commandanten en Israëls aanvallen op Zuid-Libanon geen provocaties, maar preventieve slagen. De Libanese autoriteiten melden nu dagelijks nieuwe aantallen slachtoffers. Maar men mag niet vergeten: Hezbollah beschiet ons land al bijna een jaar permanent.”
Echter, Die Zeit geeft zich nog niet gewonnen. Israël schiet toch veel meer raketten terug. “Hoe verklaart u dat aan de critici van uw leger?” “Wij verdedigen ons”, klinkt het terug, Vervolgens wijst Burman op de enorme kosten van Israëls rakettenafweer (Arrow en Iron Dome) alsmede op het feit dat Hezbollah zelfs voor het eerst een kruisraket tegen de Joodse staat heeft ingezet met een bereik van 200 kilometer. “Daarmee kan niet alleen Jeruzalem worden getroffen, maar ook de omgeving van ons nucleair onderzoekscentrum in de woestijn of onze energieverzorging. Hezbollah signaleert dat zij ons land op een nieuw niveau kan verwonden. Deze raket droeg 300 kilo springstof, genoeg voor een groot gebouw.”
Opnieuw komt Die Zeit bij de Israëlische reservist aandragen met een bezwaar: kunt u zich desondanks de verontwaardiging voorstellen over de in Libanon gedode burgers? Burman zegt te begrijpen waar zijn gesprekspartner heen wil. “Maar preciezer dan met de pieperexplosies, die ook meteen bekritiseerd werden, kan men terroristen, die zich tussen burgers ophouden, niet treffen. Ook wanneer de wereld het niet gelooft: Israëls militaire apparaat wil burgerslachtoffers vermijden.” Ten bewijze somt de insider de herhaalde waarschuwingen van Israëlische zijde aan de bewoners van de Gazastrook op. En ook daardoor kon de Hezbollah-commandant Ali Karaki maandag in Beiroet een luchtaanval overleven.”Karaki is een beruchte man. Tot op heden is er geen beeld van hem. Zelfs tegen hem werd een kleine hoeveelheid munitie ingezet, uit angst voor collaterale schade.”
Een andere suggestieve vraag’ van Die Zeit aan Iftah Burman gaat over het samengaan van de sjiitische Hezbollah met de soennitisch Hamas. Heeft Israël “deze nieuwe eenheid” aangewakkerd door “het versterken van eigen radicale religieuzen”? Tussen haakjes: hoe verzin je zo’n curieuze (eufemisme) samenhang?
Heel beheerst gaat de Israëlische vakman op deze speculatie in: “Israël vormt sowieso een provocatie voor islamisten. De sjiieten willen echter ook de soennitische koninkrijken destabiliseren en camoufleren dat met de bewering de kruistochten van Joden en christenen te moeten stoppen. Vraagt men aan de Saoedi’s wat het grootste probleem is in het Midden-Oosten, dan zeggen ze nog steeds: Iran.”
Om de toonzetting van het interview tussen Die Zeit en wetenschapper/analyst Burman weer te geven, een letterlijke vertaling van enkele veelzeggende passages in deze dialoog:
“Zeit: Tot nu toe hebt u niets gezegd over Israëls fouten. Uit loyaliteit ook tot het leger?
Burman: Nee! Als burger en veiligheidsexpert kan ik zeggen, wat ik wil. Dus: onze Nationale Veiligheid heeft de bestrijding van deze terreurorganisaties op onverantwoorde wijze veronachtzaamd, jarenlang. Ze mochten groeien, zich bewapenen, de jeugd indoctrineren. Zij voedden de legende: jullie buren, de kibboetsniks, bezitten alles, wat jullie toebehoort. Neem het!
Zeit: Allen waarschuwen dat de oorlog de Palestijnse bevolking nog meer zal radicaliseren.
Burman: De radicalisering is allang geschied. Wij wilden het alleen niet voor waar houden.
Zeit: Wat is er mis mee om aan vrede te geloven?
Burman: Het is verkeerd om te geloven dat wanneer je buurman op het eind van de dag een warme maaltijd heeft, hij je niet zal aanvallen. De 20.000 Palestijnen, die voor 7 oktober in Israël werkten, hadden het hoogste inkomen in de Gazastrook. Zes keer zo hoog als het gemiddelde. Desondanks verzamelden ze informatie voor Hamas.
Zeit: Wat zou Israël dus hebben moeten doen?
Burman: Zich niet inbeelden dat het voldoende is om de Palestijnen een economische kans te geven – dan zijn er geen problemen meer.”
Geduldig wijst de Israëlische regiokenner op “de vuurring” van vijanden die de Joodse staat momenteel omringt. “Waarom ziet het Westen dat anders?”, krijgt hij prompt te horen. Burman heeft ook nu zijn antwoord klaar. Tameljjk mild zegt hij tegen de waanwijze Die Zeit: “Omdat de nieuwe generatie in het Westen niet meer weet wat een existentiële bedreiging is. Zij ziet de vele doden, die Hamas afgedwongen heeft, en gelooft dat Israël de agressor is. Ik ben echter ook historicus en kan slechts zeggen: in de Tweede Wereldoorlog stierven meer Duitsers dan Britten. De agressor was desalniettemin Duitsland. Ik geloof: Israël dient ter bescherming van zijn bevolking nu een oorlog te winnen, die het niet wilde, noch begon. Dat wordt niet begrepen.”
Reactie plaatsen
Reacties