“In Israël maakt de dienstplicht van jonge mensen democraten” – Startup investeerder Jon Medved werft voor nauwe Duits-Israëlische innovatieve samenwerking

Gepubliceerd op 6 april 2025 om 13:17

Zakenman Jon Medved, 69 en van geboorte Californiër ziet het wel zitten voor Duitsland. Alleen de naam al staat voor kwaliteit, een geweldig handelsmerk. Als dat zich opent voor technologie en innovatie en er ook internationale projecten verschijnen die de sterkte van twee of drie landen met onderscheiden capaciteiten samenbrengen, kan er iets fenomenaals ontstaan. Op input uit Israël kan Duitsland rekenen! “Is er nog iemand die de Duitsers haat? De Israëli’s in elk geval niet.”

Medved is al decennia als investeerder in de Israëlische startup wereld actief. Daartoe richtte hij ook in 2013 de onderneming voor durfkapitaal Ourcrowd op, gevestigd in Jeruzalem. In een bijzonder levendig en informatief gesprek met het Duitse dagblad Frankfurter Allgemeine (FAZ, 2 april 2025) belicht hij de sterkte en het succes van de Israëlische economie. Anderhalf jaar oorlog in Gaza ten spijt.

In het interview beklemtoont Medved dat voor Israël in economisch perspectief niet de geopolitieke situatie relevant is. Nee, het draait om Israëls rol in de wereld van de technologie. Is die hoogwaardig, dan gaat het met de Joodse staat bergop. De investeerder levert daarvoor drie feiten, drie bewijzen. Ten eerste komt ongeveer 10 procent van de startups ter waarde van een miljard dollar uit Israël. “Gemeten aan onze bevolking zou dat 1 procent moeten zijn.” Ten tweede was Israël vorig jaar wereldleider in durfkapitaal. “In Europa is het durfkapitaal gekrompen, in China ook, in Israël ging het meer naar boven dan ergens anders.” Ten derde volstaat een naam: Wiz.

Interviewer Alexander Wulfers pikt die naam Wiz meteen op. Wiz staat voor de Israëlische cloudonderneming die zojuist verkocht is aan Google, tot nu toe de duurste acquisitie in de ondernemingsgeschiedenis. Op vermakelijke wijze vertelt Medved hoe de eigenaars van Wiz eerst een bod van Google van 23 miljard dollar van de hand wezen om de onderneming na een groots poerimfeest (kosten vijf miljoen dollar) toch voor 32 miljard aan Google te slijten. “Die hebben tegen Google gezegd: jullie hebben een fout gemaakt, je hebt ons 23 geboden, maar eigenlijk bedoelden jullie 32. En Google is akkoord gegaan.”

Commentaar van Medved op deze ongelooflijke gang van zaken: “Israël is een klein land, maar we hebben niet veel mensen nodig wanneer we over zulke personen als de oprichters van Wiz beschikken of de stichter van Open-AI Ilya Sutskever, die net in Tel Aviv een nieuwe KI-onderneming is gestart.”

Intussen geeft de Joodse staat 6,5 procent van zijn BBP uit aan defensie, terwijl in Duitsland over 2 tot 3 procent wordt gediscussieerd. Logische vraag van FAZ aan Jon Medved: kan Duitsland van Israël iets leren om ondanks deze hoge verdedigingsuitgaven toch de welstand van de burgers te kunnen realiseren?

Medved geeft eerst eerlijk aan dat Israël een belangrijk voordeel geniet: de VS dragen nog altijd veel aan Israëls defensielasten bij, ongeveer 4 miljard dollar. “Alleen zouden wij dat niet kunnen opbrengen.” Echter, feit is wel dat Israël een reusachtig verdedigingsapparaat heeft opgebouwd. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Israël is wereldleider qua cybersecurity. “50 cent van elke dollar die in cyberveiligheid wordt geïnvesteerd, gaat naar Israël”, licht Medved toe.

Maar daarmee is een belangrijk probleem van de huidige Gaza-oorlog nog niet opgelost, vervolgt de zakenman. Een gebrek aan artilleriemunitie, bommen. Ondanks Israëls zeer goede toeleveringsketen. Een situatie die overheidsinvesteringen vergt. “En weliswaar zo dat dat geld gaat opleveren”, voegt Medved daaraan toe. “Dat kan niemand beter dan de Duitsers. De Duitsers moet er nu alles op inzetten de financiers van de vrijheid te worden.”

En passant werft de investeerder bij Duitse kapitaalkrachtigen voor de imponerende Israëlische dronetechnologie, bijvoorbeeld “onze onderneming Tevel, die voor de landbouw drones bouwt die oogst kunnen plukken”.

Interessant is het inkijkje dat Medved verschaft over de verstrengeling van de publieke en private sector in de Israëlische economie. “Mijn onderneming Ourcrowd is de grootste particuliere investeerder in de Iron Dome.” Kortom, dit indrukwekkende Israëlische luchtverdedingswapen is geen puur staatsprogramma.

De Israëlische overheid beseft terdege de immense economische waarde van de spillover effecten op andere sectoren door samenwerking met particuliere ondernemingen, betoogt Medved. Tegelijk oordeelt hij: “zonder de staat gaat het niet”. Ter illustratie noemt hij de commercialisering binnen bijvoorbeeld het Israëlische ministerie van Defensie. Dat heeft daarvoor een eigen afdeling, Maf’at. Medved schildert daarop in kort bestek een fascinerende wereld van concurrentie tussen diverse Israëlische staatsbedrijven in de bewapenings-, luchtvaart- en ruimtevaartindustrie. Die houden elkaar dus scherp. Ter bescherming van de Joodse staat!

Andermaal werft Medved uitdrukkelijk voor Duits-Israëlische coöperatie. Onder verwijzing naar de geweldige Duitse wapenindustrie, voorop Rheinmetall. “Israël en Duitsland moeten daar samenwerken. Wij hebben momenteel geen werkelijke danspartner in Europa, zoals de VS dat wereldwijd zijn. Dat zou Duitsland kunnen zijn.”

FAZ komt nog even terug op gemengde partnerschappen (publiek/privaat). Dan gaan in Duitsland de alarmbellen rinkelen. Wordt dat niet veel te veel bureaucratisch? Kort en bondig repliceert Medved: “U hebt daarvoor jonge mensen rond de 30 of 40 nodig, die radicaal anders denken en geschiedenis willen schrijven. Daarmee zijn wij in Israël zeer gezegend…” In elk geval dient elk land goed te bedenken door wie het bedreigd wordt, vult Medved aan. “Ik weet in elk geval onder welke bedreiging wij leven, een klein land met tien miljoen mensen.”

Exact dit thema, ’s lands veiligheid, weerbaarheid, brengt de Duitse discussie over de herinvoering van de dienstplicht op tafel in het vraaggesprek tussen Medved en FAZ. Welke rol speelt die lange dienstplicht van drie jaar voor mannen en twee jaar voor vrouwen in Israël?

Medved geeft een klip en klaar antwoord: “Een geweldige rol. Ze wordt vaak misverstaan. De mensen geloven dat de dienstplicht levende personen in robots verandert. In Israël maakt de dienstplicht van jonge mensen democraten. Het Israëlische leger heeft een traditie van vragen stellen, discussiëren. Je kunt in het leger dingen zeggen waarvoor je in de VS voor een militaire rechtbank moet verschijnen. In Israël krijg je er nog een medaille voor. Kent u het begrip chuzpe? De Israëli’s houden van deze radicale openheid. Een kritische factor is ook dat de elites van het land in het leger dienen en niet slechts degenen voor wie het leger een stijging op de sociale ladder mogelijk maakt, waarbij dat ook belangrijk is.”

Een relatief lange dienstplicht wringt met het gebrek aan werkkrachten in vele sectoren, werpt FAZ-redacteur Wulfers tegen. De vraag is, hoe je militaire ervaring bekijkt, reageert Medved. De ondernemer geeft een voorbeeld uit zijn eigen werkomgeving. Er was een vacature op een hoge positie. Onder de sollicitanten bevond zich een gepromoveerde natuurkundige, preciezer gezegd een doctor in de theoretische fysica. Nog wel van het gerenommeerde Weizmann Instituut. Echter, bezit hij ook de juist pit voor verkoopgesprekken, vroeg Medved zich af. “Toen hoorde ik wat hij in het leger had gedaan. Daar was hij divisiecommandeur van 250 tanks. Daarmee was voor mij de discussie afgesloten. Die heeft beslist het killersinstinct.”

Nog een laatste maal paait “de goeroe van de startupnatie Israël” (eretitel van de Jerusalem Post voor Jon Medved) onze oosterburen. Geheel anders dan de Israëli’s, voor wie langetermijnplanning hoogstens een week beloopt, zijn de Duitersers wereldkampioen planning.

Bron: interview in de Frankfurter Allgemeine Zeitung  (2 april 2025 door Alexander Wulfers) met de Israëlische startup investeerder Jon Medved onder de titel “Was Deutschland bei der Aufrüstung von Israel lernen kann”.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.