Deel 4 Bloedbad 7 oktober 2023 toont belangrijk principe ideologie politieke islam aan: massamoordenaars Hamas zwelgden in liefde tot haat en verachting van Joden

Gepubliceerd op 20 april 2025 om 02:11

Haat jegens Joden is het ene, maar is verachting niet iets geheel anders? Deze vraag werpt islamwetenschapper Abdel-Hakim Ourghi op in zijn nieuwe boek “Die Liebe zum Hass – Israel, 7. Oktober 2023”.  “In vergelijking met haat is bij verachting de drempel naar geweld hoger.” Verachting uit zich “allereerst slechts” door symbolisch geweld. En schept daarmee voor de verachten, de Joden, een klimaat van bedreiging en uitsluiting.

De auteur schakelt over naar de actualiteit: “Sinds de 7e oktober heerst er een nieuwe ‘normaliteit’ in Duitsland. Tot haar behoort dat synagogen, huizen, waar Joden wonen of Joodse culturele instellingen regelmatig met davidssterren worden gemarkeerd of met de rode driehoek van Hamas besmeurd. Wie dat als onschuldig afdoet, begaat een fatale fout. Ook dit symbolisch geweld is antisemitisch geweld.”

Die rode driehoek herinnert aan de Palestijnse vlag. Aan de linkerkant heeft die een rode driehoek. Hamas hanteert deze markering echter tot op heden om doelen aan te geven, die beschoten of bevochten moeten worden. “Achter de vermeend onschuldige solidarisering met de bevolking in Gaza verbergt zich in waarheid de gewelddadige markering van de vijand, die angst onder de Joden in het Westen dient te verspreiden.”

Onder symbolisch geweld verstaat de geleerde eveneens landkaarten en logo’s die een Palestijnse staat in plaats van de Joodse staat afbeelden. Dat staat immers voor de vernietiging van Israël. Zulke “alomvattende” landkaarten (inclusief de Gazastrook, de westelijke Jordaanoever, maar juist ook de staat Israël) zijn vandaag de dag overal te zien op posters bij de protesten in de straten of universiteiten van het Westen, geeft Ourghi aan. “Ze getuigen van vernietigingsfantasieën die Israël het bestaansrecht ontzeggen.”

Een moorddadige expressie daarvan vormt “de quasi in bloed gedrenkte, rode hand” (Ourghi). Velen in het Westen vatten dat volkomen verkeerd op als een uitdrukking van protest tegen het bloedvergieten en de vele slachtoffers onder de Palestijnse burgerbevolking. In werkelijkheid refereert deze rode hand aan een vreselijke lynchmoord op twee Israëlische reservisten op 12 oktober 2000. Tijdens een rit op de Westoever raakten zij de weg kwijt naar Ramallah, werden vervolgens gearresteerd door de Palestijnse politie, waarna een Palestijnse meute het politiebureau bestormde en de beide Israëli’s met blote handen gruwelijk om het leven bracht.

Ourghi beschrijft deze gruwelijke gebeurtenis en detail: “De Palestijnse burgers verminkten de beide Israëli’s, ze rukten hen de inwendige organen en ogen uit. Een van de moordenaars vertoonde zich aan het venster van het politiebureau. Onder de jubel van de mensenmenigte voor het raam strekte hij die zijn met bloed besmeurde handen toe.”

Voor de islamwetenschapper is het evident dat het gebruik van dit Hamas-symbool niets anders dan een dreigement inhoudt, met de boodschap: we zullen onze handen in jullie bloed drenken!  “En ondubbelzinnig steekt in de rode hand een oproep tot navolging.” Ourghi haalt de protestactie aan van zo’n honderd studenten aan de Berlijnse kunstacademie van 13 november 2023. Die hadden de palmen van hun handen rood geverfd “uit protest tegen de genocide op het Palestijnse volk”. Wisten ze wel wat ze deden? Wisten ze het niet? “Hoe ook het antwoord mag luiden: hier openen zich afgronden.”

Symbolisch geweld is een effectief instrument ter intimidatie van de verachten, onderstreept de onderzoeker. “Joden in het Westen dienen niet zonder angst te kunnen leven. Ze moeten lijden onder een permanent gevoel van vrees. Deze toestand moet ook hun dagelijks leven begeleiden. Het geweld van de verachting werkt intensief door en aanhoudend. Ze laat sporen in de ziel van de slachtoffers achter, die men niet meten of tellen kan zoals antisemitische aanvallen.”

Verachting als symbolisch geweld versluiert de eigenlijke boodschap, interpreteert Ourghi. Ze wil de gevoelens van de verachten beheersen, ze sorteert het effect van een soort hypnose, die de realiteit vervormt. Deze ‘hypnose” moet de machtsverhoudingen in stand houden, scheidt de moslimse antisemieten als verachters van de Joodse mensen als verachten. Symbolisch geweld tegen Joden schildert deze af als zwakke, verachtelijke lieden en bevordert zo de beeldvorming dat de Joden niets kunnen ondernemen tegen de allengs toenemende Jodenhaat.

“Het eindresultaat is”, zo concludeert Abdel-Hakim Ourghi, “dat de Joden in het Westen in een continue toestand van existentiële onzekerheid leven. Want de verachten moeten in afhankelijkheid van het moslimse antisemitisme en zijn protagonisten existeren”.

De auteur van “Die Liebe zum Hass” onderscheidt nog een tweede niveau van verachting dat in geweld kan uitmonden. Hij doelt dan op de Gazanen die als forensen voor Israëli’s werkten en Hamas van belangrijke informatie voorzagen ter voorbereiding op de terreuraanval van 7 oktober 2023. “Zo leverden zij een aanzienlijke bijdrage tot de misdaden. Omdat de Palestijnen de Joden verachtten, werden zij medeplichtigen. Dat ontkracht ook de stellingen van een zogenaamd noodzakelijke “contextualisering van de 7e oktober” en van Gaza als een “gevangenis onder de vrije hemel”.

Klip en klaar benoemt de islamexpert de feiten van deze “zwarte shabbat”: “De 7e oktober was geen vergelding van zogeheten ondervonden vernedering van de Palestijnen, maar een daad van vernietiging door hatende en verachtende antisemieten.”

Over de aard van het islamitisch antisemitisme is Ourghi zeer uitgesproken: het is genadeloos, gevoelloos, machtsbezeten en niet bereid tot compromissen. “Het wil niet alleen de onderwerping van de Joden, maar hun vernietiging. Een zowel-als-ook kan niet. Daarom kan de staat Israël nimmer erkend worden.”

Ondertussen kijken Palestijnen en vele moslimse antisemieten in het Westen, die hun thuislanden hebben verlaten vanwege de desolate situatie, “met destructieve jaloezie” naar Israël”, observeert Ourghi. Immers “de enige vrije democratie in het Nabije Oosten, een land met een florerende economie en deels wereldwijd leider in wetenschap”. Verbonden met deze afgunst is een heimelijke fascinatie, weet de insider, die Israël ook bij moslims wekt, een stilzwijgende bewondering.

De islamwetenschapper en gelovige moslim analyseert dat de islam en de moslims de westerse historische periodes van Renaissance en Verlichting niet hebben doorgemaakt. De kern daarvan, de vrijheid van het individu als leidende waarde en hoogste verworvenheid van de westerse moderniteit, wordt sedert eeuwen door conservatieve islamgeleerden en politieke despoten niet erkend. “Onze cultuur, dat zeg ik als moslim, maakt echter in waarheid de kern van de mislukking, het falen uit.”

Ourghi trekt meteen de lijn door naar de bekende pose van slachtoffer aan moslimzijde. Voor veel moslims is dat een enscenering met als doel een dader, een verantwoordelijke te vinden voor eigen misère. “Die enscenering van slachtofferschap is intussen een machtsinstrument geworden, dat medelijden van anderen bewust misbruikt. Deze ontwikkeling boezemt Israël en de Joden terecht angst in: de moslimse antisemiet heeft ze nodig, Israël en de Joden, als projectie voor individueel falen en het collectieve onvermogen van de eigen cultuur.”

Ondertussen is het islamitisch antisemitisme na 7 oktober 2023 uitgegroeid tot een massabeweging van haat en verachting, beklemtoont Ourghi. Haat en verachting vormen de machtsinstrumenten van het islamitisch antisemitisme. In een vreemde mengeling van gevoelens van inferioriteit en superioriteit ten opzichte van de Joden. Deze schijnbare tegenstrijdigheid manifesteerde zich tijdens de pogrom van Hamas: “de daders genoten niet alleen van het machtsgevoel in de misdaad van een eindelijk eens gerealiseerde superioriteit, maar ook van de machteloosheid en blijkbare inferioriteit van hun slachtoffers”.

En zo komt Abdel-Hakim Ourghi uit bij de titel van zijn boeiende, diepgravende studie: “Die Liebe zum Hass” (De liefde tot de haat). Want: “De 7e oktober heeft aangetoond: de liefde tot de haat en tot verachting is een belangrijk mobiliserend principe van de ideologie van de politieke islam. En deze kent geen genade als hij aan de macht komt.”

Bij nadere beschouwing wortelen die haat en verachting binnen het islamitisch antisemitisme in zelfhaat en zelfverachting, ontleedt de islamexpert. De eerst stap om deze haat en verachting te overwinnen bestaat zijns inziens uit een kritische bezinning van moslims op “hun collectieve identiteit” en “de geschiedenis van hun cultuur”. Zo’n stap “betekent niets anders dan het begin van liefde tot zichzelf – en tot de anderen”.

Vierde en laatste deel in een serie artikelen over het nieuwe boek van islamwetenschapper dr. Abdel-Hakim Ourghi, “Die Liebe zum Hass – Israel, 7. Oktober 2023”, dat medio mei bij de Duitse uitgever Claudius zal verschijnen.

 

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.