Een onderscheiden “kroniekschrijver” over “antisemitische absurditeiten” dezer dagen – herkenning van ‘leugenachtigheid, domheid en lafheid” jegens Joodse staat en onze Joodse burgers

Gepubliceerd op 28 september 2024 om 11:28

Het heet: “Israëlkritiek” mag, moet en is geen antisemitisme. Een unicum trouwens, dit begrip. Niemand die de Duitse bondskanselier Olaf Scholz kritiseert of de Franse president Emanuel Macron, verdedigt dat met “Duitslandkritiek” of “Frankrijkkritiek”. De verdedigers van de term “Israëlkritiek” zijn in feite tegen de Joodse staat.

Tot deze stellingname komt Jürgen Kaube, uitgever van de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ), in zijn “Laudatio” op de chef-redacteur van de Jüdische Allgemeine, Philipp Peyman Engel, bij diens ontvangst van de Ricarda-Huch-Preis. Het eerbetoon wordt om de drie jaar door “wetensschapsstad Darmstadt” verleend. Dit jaar vond de officiële uitreiking op 24 september plaats.

Engel bevindt zich als journalist op vele strijdtonelen, aldus Kaube. Reden om daar eerst aandacht aan te besteden. Veelvuldig valt vandaag het woord “Israelkritiek”. Vaak ook om zich in te dekken tegen de beschuldiging van Jodenhaat.

Kaube stelt een simpele, ontmaskerende vraag: oefenen de Israëlische critici van premier Netanyahu soms ook “Israëlkritiek”? En waarom wordt hier de stijffiguur van “pars pro toto” omgekeerd? Het geheel (de Joodse staat) wordt hier voor een deel (het Israëlisch kabinet) gehouden.

Kaube betoogt: “Het antwoord op vraag hoe men tot deze omkering komt, is niet moeilijk. Het gebruik van het begrip “Israëlkritiek” is even onachtzaam als verraderlijk. Want het bedoelt dat achter de foute politiek van een deels corrupte, deels fanatieke regering, een foute staatsconstructie staat: men wil graag het bestaan van de staat Israël kritiseren.”

Waarom de Joodse staat in de optiek van “Israëlcritici” dient te verdwijnen, blijkt uit de argumentatie. Daarmee rekent Kaube direct af. Neem het argument van een koloniale inbezitneming van het land. Een historische legende. “De eerste zionisten waren vluchtelingen, geen agressoren”, repliceert Kaube.

En de veelbezworen “Nakba”, de verdrijving van de Palestijnen dan? Toentertijd heetten de plaatselijke Arabieren nog helemaal geen Palestijnen. Daarenboven is het gewoon absurd de “Nakba” te vergelijken, ja “op te bieden” tegen de Holocaust, poneert Kaube. “De Holocaust, een verdrijving?” En hoe zit het dan met de honderdduizenden Joden die uit de Arabische landen zijn verdreven, vult de FAZ-uitgever aan.

Er circuleren nog andere motieven om tegen de Joodse staat te zijn. Velen stoten zich bijvoorbeeld aan een staat, die een etnisch-religieuze premisse bezit. Het is overigens tot nu toe niemand gelukt eenduidig te bepalen wat het Jodendom inhoudt, meent Kaube. “Een familienetwerk, een afstamming, een religie en rituele praxis, een “volk van God” in een Heilig Land. Overeenkomstig veelduidig is tot op heden wat “Joodse staat” moet heten. Het zionisme was in zijn beginperiode geen religieuze beweging. Theodor Herzl zou zich hebben verbaasd over de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.”

Dat Israël omgeven is door vrijwel religieus homogene staten, die al meer dan een halve eeuw tegen Israël oorlog voeren, schijnt de critici niet te deren, kritiseert Kaube. En passant sabelt hij de idee neer dat alle Palestijnen Israëlisch burgerecht moeten krijgen. “Het feit van de fanatieke haat van diegenen op Israël en de Joden telt evenmin.”

De eenstaatoplossing in plaats van de Joodse staat acht de FAZ-voorman ronduit “een absurde optie”. Ook al zou je dat van het etiket “utopie” voorzien. “De eenstaatoplossing met een bevolking, wier aversie tegen elkaar groter is dan die van Noord-Ierse protestanten en katholieken is een absurde utopie.”

Het woord “utopist”, zo vervolgt Kaube, past totaal niet bij degene aan wie hij zijn “Laudatio” opdraagt, Philipp Peyman Engel, de ontvanger van Ricarda-Huch-Prijs. “Dat zal ook niet makkelijk zijn voor wie als Duitse Jood van Duits-Iraanse afstamming sinds meer dan vier decennia in dit land leeft.”

Met Engel wenst Kaube pal te staan tegen de antisemitische absurditeiten van onze dagen, waarbij prominent islamitische en linkse Jodenhaat onder het kopje “Israëlkritiek” mogen vallen en dus onder de vrijheid van mening en demonstratie ressorteren. Opvallend is wel dat alle verdedigers van deze vrijheden voor “Israëlcritici” vervolgens nauwelijks ingaan op de substantie van alle haattaal van hun beschermelingen.

Pakkend vat Kaube de huidige toestand samen: “Philipp Peyman is de kroniekschrijver van deze merkwaardigheden en, eerlijk gezegd, absurditeiten. Daartoe behoort het de Holocaust als een variant van het kolonialisme te behandelen en daarbij in een rij te plaats die reikt van Wilhelm II, Hitler, de Boeren tot Israël.”

En over absurditeiten gesproken, in navolging van Engel, wijst Kaube op de contradictie van Duitse studenten die zich met een “Palestijnendoek” tooien en tegelijkertijd het een volstrekt ongepaste “culturele toeëigening” achten, wanneer iemand dreadlocks draagt, die niet uit Jamaica komt… Om nog maar niet te spreken van de opvatting dat Hamas de solidariteit van de queere scène verdient. Absurditeit der absurditeiten.

De laatste alinea van Kaube’s lofrede op de terecht onderscheiden, bijzonder moedige chef-redacteur van de Jüdische Allgemeine is het citeren meer dan waard: “Philipp Peyman Engel volhardt, zonder aanziens des persoons, in het benoemen van onze tegenstrijdigheden in onze houding tegenover de Joodse staat en tot onze Joodse burgers. Hij interesseert zich voor zulke contradicties, omdat hij in hen de leugenachtigheid, de domheid en de lafheid van onze tijd herkent. Dat is hard. Maar daarvoor zijn hem dank verschuldigd.”

De tekst van de “Laudatio” op Philipp Peyman (chef-redacteur van de Jüdische Allgemeine), uitgesproken door Jürgen Kaube (uitgever van de Frankfurter Allgemeine), is op de website van de Jüdische Allgemeine geplaatst onder de titel “Kein Utopist”.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.