“De vergeten opstand” – Joden en Jodinnen in de strijd tegen de Holocaust door Stephan Lehnstaedt voor het voetlicht gebracht

Gepubliceerd op 21 april 2025 om 18:17

Alleen in Duitsland waren 3000 Jodinnen en Joden tijdens het naziregime in het verzet actief, meldt het Duitse magazine Jungle World. Aanleiding is een interview van het blad met Stephan Lehnstaedt, hoogleraar Holocaust- en Joodse studies aan de Touro University Berlin. De expert tekent voor het pas verschenen boek “Der vergessene Widerstand – Jüdinnen und Juden im Kampf gegen den Holocaust”.

De eerste vraag van Daniel Felleiter aan Lehnstaedt luidt: waarom werd juist aan het Joodse verzet nauwelijks aandacht geschonken? “Allereerst omdat wij ons in Duitsland op het Duitse verzet tegen het nationaalsocialisme geconcentreerd hebben”, repliceert de auteur. “Jodinnen en Joden werden ook daarom lange tijd genegeerd omdat zij gewoon niet tot het Duitse, maar tot het niet-Duitse verzet gerekend werden. Belangrijk is bovendien dat de gedachte van actieve Joodse strijdsters en strijders het beeld weerspreekt van de passief vermoorde, weerloze slachtoffers. Hoe meer wij ons dus van de industriële vernietiging in de Holocaust bewust werden, des te minder pasten heldhaftige tegenstand en actief handelen tegen deze moordmachine in het beeld.”

Waren er ook pogingen het Joodse verzet te eren, vervolgt Felleiter. Van de zijde van overlevenden, antwoordt de hoogleraar in eerste instantie. Hij verwijst naar Joodse onderzoeksinstituten in Warschau of later Yad Vashem. Daar heeft het Joodse verzet veel aandacht gekregen. De academische wereld in Duitsland heeft dat echter in de twintigste eeuw grotendeels buiten beschouwing gelaten. “Zelfs Duitstalige publicaties, bijvoorbeeld die van de Vereniging van Vervolgden van het Naziregime (VVN) die over de opstand in het getto van Warschau reeds onmiddellijk na het einde van de oorlog verschenen, wezen de historici af. Die zouden niet objectief zijn en te emotioneel, de getroffenen zouden geen nuchtere wetenschap kunnen bedrijven. Echter, werkelijk objectief waren veel Duitse historici, die in de NSDAP of de Hitlerjugend waren geweest, toch ook niet.”

Lehnstaedt noemt naast de Duitse geschiedwetenschap eveneens het werkveld van de Duitse literatuur. Ook daar werd het Joodse verzet pas zeer laat gethematiseerd. “Beschrijvingen van overlevenden, zoals bijvoorbeeld de herinneringen van Richard Glazar uit Treblinka (“Die Falle mit dem grünen Zaun”) vonden pas vanaf de jaren tachtig een noemenswaardig lezerspubliek. Duitsland onderscheidde zich daar zelfs niet eens zozeer van Israël of de VS.”

In zijn boek rekent Lehnstaedt niet alleen de gewapende strijd in de getto’s en de partizanengroepen tot het Joodse verzet, maar evenzeer de documentatie van de vernietiging. Dat gelukte de Griekse Jood Albetto Errera. Hij fotografeerde heimelijk als lid van het Sonderkommando de verbranding van lijken in Auschwitz. “Verzet tegen de Holocaust is elk doelgericht handelen tegen het Duitse staatsdoel van de moord op Joden”, definieert de Shoa-onderzoeker.

En dat deed Errera, betoogt Lehnstaedt: “Wie dus poogde anderen te redden, pleegde verzet. De Holocaust kende geen precedent, was onvoorstelbaar. Des te belangrijker was het derhalve ook daarvoor bewijzen te verzamelen. Wie zoals Alberto Errera de massamoord onder levensgevaar documenteerde, wilde zijn medemensen waarschuwen en tot handelen aansporen – zij het in de getto’s zelf of door het wakker schudden van de publieke opinie in de “vrije wereld”, verbonden met de onvervuld gebleven hoop dat bijvoorbeeld de Geallieerden actief tegen de vernietigingspolitiek zouden optreden.”

Bij zijn onderzoek naar het Joodse verzet onder het nazisme in (bezet) Europa vormden de aanwezigheid van betrouwbare bronnen steevast “de grote uitdaging”, vertelt Lehnstaedt. “Het verzet kon toentertijd niets noteren. Dat betekende in geval van ontdekking de dood. In talrijke archieven vindt men derhalve alleen rapporten vanuit het perspectief van de daders zoals verhoorprotocollen. Wat er meer is, zijn de verslagen van overlevenden die hun belevenissen op een afstand van 20 tot 30 jaar vertellen. Het is belangrijk om zich ervan bewust te zijn dat wij een groot deel van de verzetsinitiatieven -bijvoorbeeld in de getto’s- gewoon niet kennen kunnen, omdat de Joden eerder gedeporteerd werden.”

De onderzoeker is overigens bijzonder onder de indruk van de verslagen van Joodse verzetsmensen die wel zijn overgeleverd. Wat voor de levensloop van die allen geldt, is de vaste wil tot overleven. “En weliswaar niet alleen als individu, maar als gemeenschap. En om dat te verstaan, moet er de context zijn, dienen er informaties te zijn, die ver uitstijgen boven de herinneringen van de overlevenden – juist omdat de allermeesten niet overleefden, maar dat natuurlijk gepoogd hebben.”

In meer dan 50 getto’s in bezet Polen werden er verzetsgroepen gevormd. Lehnstaedt beklemtoont de onderscheidenheid van die groepen. Naast de zeer actieve zionistische jeugdbewegingen, die na 1945 het beeld gingen bepalen, handelde men op andere plaatsen “veel pragmatischer en heeft men niet geprobeerd om op het eigen optreden uitvoerig te reflecteren en dat ideologisch te onderbouwen”.

Dat laatste stoelde op praktische ervaring, legt de historicus uit. “Nadat de Duitsers een deel van de gettobewoners vermoord hadden, konden de overlevenden voor zich uitrekenen dat zij erna aan de beurt zouden zijn. En dan kwam het tot collectieve ontsnappingen of spontane opstanden, maar dat hing heel sterk van de lokale omstandigheden af.”

Lehnstaedt wijst ook op de verschillende situatie voor het Joodse verzet in Oost- en West-Europa. In het Oosten van het continent zagen Joodse verzetsstrijders zich geconfronteerd met een diepgewortelde Jodenhaat in de bevolking. Daarom lag lidmaatschap van de Poolse ondergrondse beweging ook niet direct voor de hand. Dat zag er in het Westen meestal anders uit. Trouwens de Joodse gemeenschap was daar ook veel geringer. “Hier golden de Jodinnen en Joden niet als eigen natie, maar gewoon als burgers met een andere religie. Duitsland vormde voor het Joodse verzet het moeilijkste werkterrein omdat de instemming met de nazipolitiek daar het grootst was en men niet op bondgenoten in de strijd tegen een bezettingsmacht kon rekenen.”

Bron: interview in Jungle World (Daniel Felleiter) met prof. dr. Stephan Lehnstaedt over diens nieuwe boek “Der vergessene Widerstand – Jüdinnen und Juden im Kampf gegen den Holocaust” (C.H. Beck Verlag, München 2025) onder de titel “Die etablierten Deutungen sind stark”.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.