
Deze column was bedoeld voor de Limburger van zaterdag 26 april maar de auteur, Amanda Kluveld, was er niet van op de hoogte dat de krant in verband met Koninginnedag niet zou verschijnen.
Het AIVD-jaarverslag 2024 schetst Iran als leverancier van wapens aan Rusland en aan milities zoals Hezbollah. Het regime dreigde met opzegging van het nucleaire non-proliferatieverdrag en voerde cyberaanvallen uit om de beeldvorming rond het Gaza-conflict te beïnvloeden. Het antisemitische regime van Iran noemde het rapport “zionistische propaganda”, vooral vanwege de daarin opgetekende beschuldigingen over liquidatiepogingen in Haarlem en Madrid. Het regime in Teheran intimideert de Iraanse diaspora. De media zijn te druk met een hetze tegen Christenen voor Israël, dus is er geen aandacht voor.
Ook universiteiten lijken daar geen oog voor te hebben. Hoewel ze prat gaan op hun internationaliseringsexpertise, verkeren ze op dat gebied vooral in crisis. Razend zijn ze als het kabinet studiemigratie wil terugdringen, maar stamelend laten ze de andere kant van die internationalisering, de steeds verder uit de hand lopende anti-Israëlische acties, ongemoeid.
Hoewel de oordelen over Israëlische partneruniversiteiten niet van de lucht zijn, lijkt er op geen enkele wijze een probleem te worden ervaren met universiteiten die verweven zijn met het moellah-regime. Zo zijn er wel heel sterke aanwijzingen dat de Tehran University of Medical Sciences (TUMS) onder directe controle staat van de Iraanse regering. Rectoren worden er althans benoemd op basis van loyaliteit aan het regime.
Dit meten met twee maten valt, hopelijk onbedoeld, naadloos samen met de wensen van het Iraanse regime. In ieder geval zien onze universiteiten er geen aanleiding in om de banden met Iraanse universiteiten te heroverwegen. Sterker nog, het in samenwerking met de Universiteit Maastricht tot stand gekomen Center of Excellence for Global Health (CEGH) werd begin dit jaar nog officieel geopend aan de TUMS. De UM besteedde daar geen aandacht aan, maar op de website van de Iraanse universiteit wordt de Universiteit Maastricht prominent vermeld.
De samenwerking ging ook in 2021 door, ondanks wat de universiteit toen eufemistisch “de toenemende politieke spanningen in Iran” noemde. Men wilde studenten en medewerkers niet in de steek laten, maar ook niet het prestige van het regime vergroten. Allebei gebeurde wél. Internationalisering is niet gemakkelijk, maar een internationale geopolitieke speler zijn is voor universiteiten eenvoudigweg een paar treden te hoog. Het aanspreken van internationale partners kan maar beter aan de minister van Buitenlandse Zaken worden overgelaten. Of hij dat goed doet is een tweede, maar het behoort in ieder geval wél tot zijn taak.
Reactie plaatsen
Reacties