
Bij publieke optredens zwaait restauranthouder Uwe Dziuballa zijn woonplaats Chemnitz graag lof toe. De stad kent gelukkig “eigenlijk overal” vele “sensibele koppen”. Toch verheelt hij eerlijkheidshalve niet dat er tijden waren “waarin wij ons door de staat, de autoriteiten en het veiligheidspersoneel tamelijk alleen gelaten voelden”.
Zo trof hij in de beginjaren van deze eeuw op een morgen het terras van het restaurant weer eens vernield aan. Uit de brievenbus naast de trap druppelde nog urine. Dat was duidelijk te ruiken. Uiteindelijk arriveerde de politie. Zij nam de schade op. Uwe verbaasde zich erover dat de politie geen sporen veiligstelde. Bij navraag hoorde hij dat de dienstkoffer elders in gebruik was. “En dat was het dan wel.”
Een identiek merkwaardige ervaring deed de restauranthouder korte tijd later op. Het was winterdag, fijne sneeuw was gevallen. Voor de deur van het restaurant was een varkenskop gedeponeerd. “Wij beleefden wel meer van zulke provocaties met varkenskoppen, maar deze keer was in de kop een davidsster getatoeëerd. Ik heb daarop natuurlijk de politie gebeld. De eerste reactie was: de winter is ingevallen, de politie heeft nog wel wat anders te doen.”
Met Justitie verliep het jarenlang nauwelijks beter, vervolgt Dziuballa. Eindeloze aangiften met doorgaans exact hetzelfde standaardantwoord: procedure stopgezet. “Als dat zo verdergaat, dacht ik soms, dan kunnen we die antwoordbrieven ook spoedig als kalenderblaadjes gebruiken.”
Zomer 2018 veranderde er veel voor het familiebedrijf. Een horde rechtsextremisten viel onverhoeds het restaurant aan. Er waren toentertijd gasten. Nu namen de autoriteiten het voorval zeer serieus op. Terecht. De details van de aanval spreken voor zich: er vlogen stenen en andere voorwerpen richting het restaurant, een in het zwart vermomde bende brulde dat de familie Dziuballa het land diende te verlaten. “Ik stond buiten voor de deur – zonder te weten wat er zou komen- en werd toen door een behoorlijk grote steen getroffen. “Dat had ook veel ernstiger kunnen aflopen”, zei men mij later.”
Na deze brute aanval stroomden de adhesiebetuigingen binnen bij restaurant “Schalom”. Ook dat registreert gastheer Uwe vol dankbaarheid. Zelfs de toenmalige bondskanselier Angela Merkel kwam langs.
Ondertussen doemde uit een andere hoek militant venijn op. Dat was al jaren eerder te bespeuren, maar nu stapelden zich nieuwe afschuwelijke provocaties op van de zijde van “groepen die hun weg hierheen uit het Midden-Oosten of over de Middellandse Zee gevonden hadden”. Vaker trokken deze lieden langs het nieuwe buitenterras van “Schalom” voorbij en dromden voor de zittende gasten samen. Daarbij maakten ze, aldus de restauranthouder, een gebaar met de vinger langs de keel.
“Blijkbaar ging men er in de groep vanuit dat allen die in “Schalom”-restaurant op het terras eten Jodinnen en Joden zijn”, merkt Uwe op. Hij herinnert er en passant aan dat het gebaar van iemand de keel doorsnijden, herinnert aan de terreur van IS. Per slot van rekening psychologische terreur. “Een deel van de gasten wilde dat niet laten rusten en heeft met strafaangifte gereageerd – volledig onafhankelijk van ons.”
Tot de coronatijd mochten Uwe en Ariel Dziuballa beslist niet klagen over de klandizie voor hun restaurant. Velen ook uit het buitenland lieten zich de gerechten in “Schalom” goed smaken. Echter, zoals algemeen bekend, de branche van de gastronomie werd zwaar getroffen door de lockdowns. Restaurant “Schalom” in Chemnitz vormde geen uitzondering. “Wijzelf moesten ook diep doorademen, improviseren, maar konden op het eind weer goed opstaan. Ook onze gasten keerden dankbaar in scharen terug.”
De dag, die min of meer alles veranderde voor Uwe Dziuballa en het familiebedrijf, was de 7e oktober 2023, de “zwarte sabbat” waarop Hamas Israël overviel en een bloedbad onder de burgers van de Joodse staat in de grensstreek bij Gaza aanrichtte. Voor de Joodse zakenman is de boodschap van Hamas evident: “Joden overal ter wereld, jullie dreigt hetzelfde.”
Natuurlijk drong “7 oktober” ook restaurant “Schalom” binnen, maar het is vooral de Gaza-oorlog die gasten gingen thematiseren tegenover de gastheren. “Wij zijn het aanspreekpunt geworden voor alle mogelijke vragen over het Midden-Oostenconflict”, constateert Uwe. Rijkelijk inspannend, zegt hij erbij. Tegelijkertijd hagelt het ook nog eens kritiek. “Blijkbaar beschouwen velen ons als deel van het conflict of zelfs als oorlogspartij.”
Daarmee kan je proberen om te gaan, vervolgt Uwe, maar wat zijn familie veel harder treft, is het wegblijven van een deel van de vroegere gasten. De motieven kunnen velerlei zijn: angst, onveiligheid, frustratie jegens Israël of ook latente antisemitische vijandbeelden die nu pas echt bovenkomen.
Dziuballa spreekt zelfs van een ontlading, misschien te vergelijken met een soort geiser in de noordelijke landen. “Wij beleefden en beleven sinds de 7e en 8e oktober 2023 -en niet ongeveer pas met het begin van het Israëlische bodemoffensief- een heftige afwijzing door mensen waarvan wij dit nooit zo intensief en plotseling verwacht hadden. Niet alleen, maar al heel tastbaar bijvoorbeeld in de kunstenaarsscène.”
Goede bekenden groetten nog vluchtig op straat, verhaalt de restauranthouder. En soms volgt er een mini-dialoog: “Joh, lang niet meer gezien.” “Ja, fijn dat we elkaar weer zien, maar nú in een Joods restaurant te gaan eten, dan zou ik me toch niet erg op mijn gemak voelen.” Vragen Uwe en zijn broer Ariel dan door naar de precieze redenen om hun restaurant links te laten liggen, dan volgen meestal ontwijkende antwoorden.
Het is ook niet meer zo gemakkelijk om op straat spontaan in gesprek te raken, ondervindt Dziuballa. Blijkbaar vinden enkele bekenden het onaangenaam te worden gezien met iemand die een keppel draagt. “Dat merk je ergens. Er is iets fundamenteel veranderd. Gasten die voor de lange termijn hadden gereserveerd, zegden na de 7e oktober plotseling af. Of ze braken het contact helemaal af.”
Uwe Dziuballa zag na medio november 2023 deze trend duidelijk toenemen. Is het angst voor aanvallen, aanslagen, zo vraagt hij zich af. “In sommige gevallen schijnt dat een heel wezenlijk motief te zijn. Ouders voelen zich onzeker om met hun kinderen te komen. Dat kan ik begrijpen. Niemand loopt graag onnodig persoonlijk risico. Echter, tot de voor mij merkwaardige verklaringen behoren zinnen als: “Wij komen graag nog eens later, als u er over één of twee jaar nog bent. Tot dan wensen wij u veel volharding toe.” Dan stel ik toch graag een tegenvraag, of de goede wensen op mijn lichamelijke toestand slaan of op het overleven van het restaurant. Okay, men leert toch op de een of andere manier daarmee om te gaan.”
Deel twee in een serie over de bijdrage van de Joodse restauranthouder Uwe Dziuballla “Wenn der Alltag zur Mutprobe wird” aan de wetenschappelijke bundel “Antisemitismus in Deutschland nach dem 7. Oktober 2023”, onder redactie van Olaf Glöckner en Günther Jikeli, Georg Olms Verlag, Baden-Baden 2025.
Reactie plaatsen
Reacties