
Ayatollah Mohammad Mehdi Mirbagheri (1961) weet het zeker. Volgens de invloedrijke Iraanse senior sjiitische geestelijke heeft Allah een groot plan voor de wereld in petto: een beslissende oorlog tussen gelovigen en ongelovigen. Op de Islamitische Republiek Iran rust de immense taak dit goddelijke plan te vervullen. Kortom: Teheran moet een agressief buitenlands beleid tegen het “satanische” Westen (gaan) voeren.
Typerend genoeg heet Mirbagheri in een hervormingsgezinde Iraanse krant een “theoreticus van de oorlog”. Precies deze weinig vleiende titel plaatst de vooraanstaande Iran-expert dr. Raz Zimmt boven zijn glasheldere analyse van persoon, denkwereld en invloed van ayatollah Mirbagheri (Iran’s “War Theoretician”: Ayatollah Mohammad Mahdi Mirbagheri, ACIS Iran Pulse No. 114/ February 10, 2025, Tel Aviv University). We volgen het betoog van Zimmt.
In twee interviews op de Iraanse televisie ontvouwde en propageerde Mirbagheri Allah’s oorlogsplan voor de wereldbevolking. Deze eindstrijd (!) zou tegelijkertijd een zuiverende werking hebben op de oemma, de wereldwijde gemeenschap van moslims. Het ‘kaf’ zou dus en passant van het ‘koren’ worden gescheiden. Het lid van de Raad van Experts (kiescollege voor de Opperste Leider van de Islamitische Republiek) kwam tot deze prognose op basis van zijn visie op de regionale ontwikkelingen.
Een bijzonder duister religieus vooruitzicht ook: niet minder dan de helft van de wereldbevolking zou in deze eindstrijd het leven laten. Voor ayatollah Mirbagheri legitimeert evenwel het doel, de vestiging van goddelijke rechtvaardigheid op aarde, dit huiveringwekkend verlies aan mensenlevens. Iran zou zich zijns inziens moeten spiegelen aan het optreden van de profeet Mohammed. Een verenigd islamitisch front dient een nieuwe wereldorde te faciliteren, die weer de weg zal banen naar de eindtijd (akhr al-zaman) en de terugkeer van de verborgen “Twaalfde Imam” (“de Mahdi” ofwel “de Messias”). Het begin van een heerschappij van goddelijke gerechtigheid.
De eschatologische denkbeelden van ayatollah Mirbagheri, vooral in combinatie met de zee van menselijk leed die de geestelijke openlijk voorzag, riep een storm van kritiek op. Vooral uit de religieuze hoek. Zo argumenteerde de senior geestelijke ayatollah Mohammad Ali Ayazi dat de opmerkingen van collega Mirbagheri haaks stonden op de Koran en het islamitisch gedachtegoed. Deze bronnen hechten immers grote waarde aan het menselijk leven. Ayazi voegde daar heel pragmatisch aan toe dat de Iraanse burgers al genoeg te lijden hadden onder armoede en economische ontberingen. Een oorlog zou die lasten niet verder mogen verzwaren.
Een hervormingsgezinde sjiitische theoloog, Maybodi, ging nog een stapje verder met zijn kritiek op Mirbagheri. De oorlogszuchtige ayatollah moedigt met zijn ideeën juist islamofobie en Iranofobie (afkeer van de islam en Iran) aan! Daarenboven werkt Mirbagheri de vervreemding van de Iraanse jeugd van de islam nog eens in de hand.
Even hard gaf de hervormingsgezinde journalist en intellectueel Abbas Abdi de ayatollah ervan langs. Abdi viel diens apocalyptisch visioen frontaal aan en waarschuwde dat deze ideeën beslist niet de basis moesten gaan vormen voor het officiële staatsbeleid. Abdi gruwde van de gedachte dat radicale volgelingen van Mirbagheri in Teheran de dienst zouden gaan uitmaken, bijvoorbeeld als president. Alvast een kanttekening: er zit weinig licht tussen de opvattingen van de Revolutieleider ofwel “de islamitische jurist” Khamenei en die van ayatollah Mirbagheri.
Mirbagheri komt zelf uit een familie van clerici, woonachtig in het sjiitische bolwerk Qom. Twee ultraconservatieve geestelijken (Yazdi en Shirazi) oefenden grote, bepalende invloed op hem uit. In 2001 kwam Mirbagheri aan het hoofd te staan van de Academie van Islamitische Wetenschappen. Deze leerinstelling geniet groot aanzien in de landspolitiek en onder het commando van de Islamitische Revolutionaire Garde, het machtsinstrument bij uitstek van het Iraanse regime. Vanaf 2000 raakte ayatollah Mirbagheri ook steeds nauwer betrokken bij de nationale politiek.
Van hervormingsgezinde krachten in de Iraanse politieke arena moet Mirbagheri niets hebben. Vroegere reformistische presidenten als Rafsanjani, Khatami en Rouhani zijn voor hem verraders van de revolutionaire beginselen. Zij promootten immers kapitalistische en westerse liberale ideeën in de politiek, cultuur en economie van de Islamitische Republiek. Daarmee ondermijnden ze in de optiek van de ayatollah het religieuze fundament van de Iraanse samenleving.
Een regering die geen pleitbezorger is voor de strijd tussen gelovigen en ongelovigen, die streeft naar aansluiting bij de mondiale gemeenschap en de globalisering annex de westerse materiële beschaving ondersteunt, kan niet worden beschouwd als een islamistische regering, poneert Mirbagheri. Een president van Iran dient derhalve te worden gekozen op grond van zijn inzet om Iran dichter bij de islamitische beschaving te brengen en bij de herverschijning van de “Mahdi” (“Verlosser”).
Sinds 2016 maakt ayatollah Mirbagheri ook deel uit van de belangrijke Raad van Experts. Vorig jaar, na de dood van president Raisi bij een helicopterongeluk, polsten radicale kringen hem te kandideren voor dit staatsambt. Hij wees die verzoeken van de hand en spoorde aan tot steun aan “revolutionaire en gelovige” kandidaten. Vandaag de dag geldt Mirbagheri als de leidende theoreticus van het Paydari Front (het Front van Islamitische Revolutie Stabiliteit). Kortgezegd de radicale rechtervleugel binnen het Iraanse politieke spectrum, die weer kort lijntjes heeft met kringen binnen de Revolutionaire Garde.
Door de jaren heen getuigen de statements van Mirbagheri van een messianistische, eschatologische geloofsopvatting. Die uit zich in een pleidooi, sterker nog, een eis aan Iran de leiding te nemen in de langdurige strijd (tot “het eind der dagen”) tussen de twee kampen van gelovigen en ongelovigen.
Inherent aan deze vooruitgeschoven positie van Iran is een radicale antiwesterse stellingname, een totale verwerping van elke westerse invloed in de Iraanse maatschappij.
In feite schetst Mirbagheri een dubbel strijdtoneel: intern én extern. Van de uitkomst daar hangt de komst van de Twaalfde Imam af. Van dit religieus activisme zijn nogal wat leden van het theologische establishment in Iran allesbehalve gecharmeerd. De laatsten achten zich bedreigd in hun status van bemiddelaars tussen de gelovigen en de Verborgen Imam. Bovendien vrezen zij voor een publieke geloofscrisis bij het uitblijven van de Verborgen Mahdi.
Ayatollah Mirbagheri wekt intussen sterk de indruk dat het grootste gevaar voor Iran in de vestiging van een nieuwe wereldorde binnenslands schuilt! En wel in het op het Westen georiënteerde kamp (gharbgra’i), dat de Islamitische Republiek en het Iraanse volk van de vervulling van hun historische missie poogt af te houden. Dit kamp probeert “het tijdperk van de herverschijning van de Mahdi” te vervangen door “de Amerikaanse droom”.
Tussen de bedrijven door claimt ayatollah Mirbagheri dat de huidige wereldorde, voorop de VS, op instorten staat. Hét moment dus voor een gelovig Iraans offensief… In het andere geval slaagt het westerse complot van een nieuw Midden-Oosten en zal Allah een andere natie verkiezen voor zijn eindoverwinning.
Bij al deze gedachte- of hersensspinsels van Mirbagheri rijst de vraag hoe representatief, hoe invloedrijk zijn die nu eigenlijk. Insider Zimmt laat daar geen twijfel over bestaan. Daarmee is tegelijk de vraag beantwoord of we deze ayatollah op mondiaal politiek vlak serieus moeten nemen. Welnu, Raz Zimmt constateert dat deze wereldvisie niet alleen karakteristiek is voor Irans ultraconservatieve kringen, maar ook duidelijk gereflecteerd wordt in de verklaringen of statements van de afgelopen jaren door senior officials aan Iraanse zijde, inclusief de Opperste Leider Ali Khamenei, als het gaat over de huidige veranderingen in de wereld.
De compromisloze houding van ayatollah Mirbagheri tegen elke westerse invloed en de roep om een culturele revolutie naar islamitische snit weerspiegelt zich in de principiële oppositie van de leidende kringen in de Islamitische Republiek rond Opperste Leider Khamenei tegen de westerse infiltratie van de Iraanse samenleving. Het grote gevaar! Vooral voor de jongeren.
Mirbagheri spreekt van een “soft war”, een ‘zachte oorlog” die het Westen tegen Iran op divers gebied voert. Dé ondermijning van fundamentele islamitische waarden van/in de eigen maatschappij. Voor de ayatollah fungeren het internet, de sociale media en zelfs mobieltjes als instrumenten van de satan. Idem westerse pogingen de status van vrouwen te veranderen in islamitische samenlevingen.
Mirbagheri is derhalve een vurig pleitbezorger van de hijab, de hoofddoek voor moslima’s. Zijn maatschappijconcept is eenduidig: heel de samenleving moet op islamitische leest worden geschoeid. Naar moslimprincipes. En zeker de economie. Weg van buitenlandse afhankelijkheid. Vandaar het adagium van Opperste Leider Khamenei: “een verzetseconomie”. Naar de zin en mening ook van Mirbagheri. Per slot van rekening is zijns ziens alleen een islamitisch economisch model zegevierend.
Het politieke denken van ayatollah Mirbagheri richt zich geheel op de staatsdoctrine van de Islamitische Republiek Iran: de Voogdij van de Islamitische Rechtsgeleerde (velayat-i faqih-i motlaq). Als lid van de Raad van Experts vindt de geestelijke dat dit college de huidige “islamitische rechtsgeleerde” Khamenei dient te steunen, actief zijn bevelen helpt uit te voeren en geen recht heeft om op Khamenei toezicht uit te oefenen.
Jammer genoeg meldt dr. Zimmt niet of deze puur serviele houding ook correspondeert met het wettelijk vastgelegde takenpakket van de Raad van Hoeders. In elk geval komt de politieke visie van Mirbagheri neer op de gedachte dat de rol van de Iraanse regering zich louter beperkt tot het uitvoeren van de wil van de Opperste Leider.
Iran-specialist Zimmt wijdt in zijn exposé ook een paar paragrafen aan de connectie tussen de Iraanse “theoreticus van de oorlog” en diens Russische collega-theoreticus, de politieke filosoof Alexander Dugin. Beiden troffen elkaar in februari 2015 tijdens een bezoek van Dugin aan Iran. Ze vonden elkaar natuurlijk met name in een gedeelde afkeer van de westerse beschaving, de liberale democratie.
Anderzijds dichtten de beide theoretici het eigen land een verlossersrol toe in de strijd tussen goed en kwaad. Hoogdravend repte Mirbagheri zelfs over een “metafysische alliantie” op basis van “gedeelde ideologische geloofsovertuigingen” die de geopolitieke samenwerking tussen Iran en Rusland zou moeten overstijgen.
Heel nuchter attendeert dr. Raz Zimmt de buitenwacht op de vergaande repercussies die de groeiende macht van de Revolutionaire Garde en de groeiende invloed van radicale ideologen van het slag van ayatollah Mirbagheri kunnen hebben op het officiële politieke beleid van de Islamitische Republiek. Vooral met het oog op de situatie na het verscheiden van Teherans tiran van het moment. Het Westen is al met al duidelijk gewaarschuwd voor de kans op externe agressiviteit van de ayatollahs. En Zimmt kent zijn Iraanse bronnen!
Bron: Iran’s “War Theoretician”: Ayatollah Mohammad Mahdi Mirbagheri, door dr. Raz Zimmt, ACIS Iran Pulse No. 114/ February 10, 2025, Tel Aviv University
Reactie plaatsen
Reacties