Bij seksueel geweld denken velen allereerst aan verkrachting. Echter, zijn spectrum reikt veel verder, betoogt Christin Zühlke, onderzoeker van de Holocaustliteratuur. Van fysieke aanvallen tot emotioneel belastende ervaringen als gedwongen naaktheid. Evengoed valt onder seksueel geweld gedwongen sterilisatie. “Het ooggetuigeverslag “Di 3000 Nakete” (“De 3000 naakten”) maakt duidelijk dat de daders doelbewust van plan waren om de vrouwen psychisch, lichamelijk en geestelijk te vernietigen”, analyseert Zühlke.
Vernedering en ontmenselijking kenmerkten het kampsysteem van de nazi’s. “Seksueel geweld etaleerde de macht van de daders en versterkte hun mannelijkheid”, stelt de wetenschapper. De Holocaust schiep een situatie van onbeperkte macht, van teugelloos geweld. Dat was aan de orde van de dag in de gebieden onder Duitse bezetting.
De naaktheid van vrouwen in “Di 3000 Nakete” is in een tweeëerlei opzicht van betekenis, interpreteert Zühlke: door die naaktheid, het gevolg van gedwongen ontkleding van de Jodinnen, viel een fysieke, beschermende barrière voor hen weg én het ontbreken van kleding hield een verlies van hun individualiteit in.
Zühlke schrijft: “Voor degenen, die in de gaskamers omgebracht zouden worden, was het de laatste stap voor de dood. Voor de nieuwe gevangenen betekende het de intrede in de wereld van Auschwitz. Zowel mannen als vrouwen ondervonden deze ervaring als onaangenaam en vernederend. Vrouwen werden evenwel dikwijls met extra psychische en lichamelijke mishandelingen gekweld. Zo moesten zij zich voor het andere geslacht naakt uitkleden, wat hun ontmenselijking en vernedering nog versterkte.”
Leyb Langfus legt in “Di 3000 Nakete” op gedetailleerde wijze niet alleen de gruwelijkheden van de daders als bewijslast vast. Hij wil de lezers ook inzicht verschaffen over de emotionele en psychologische dynamiek tussen de Joodse vrouwen en de Joodse leden van het Sonderkommando.
Lotgenoten van Langfus in het Sonderkommando tekenden deze specifieke ervaringen eveneens op. Dat kon met weinig woorden gebeuren en zonder details: het was traumatisch om getuige te zijn van deze gewelddaden jegens Jodinnen, volksgenoten. Langfus bijvoorbeeld beschrijft in eenvoudige, documentaire stijl hoe jonge vrouwen door Duitse SS’ers seksueel misbruikt werden, kort voordat zij in de gaskamers gingen. In deze schrijfstijl toont hij zich gevoelig voor de situatie van de vrouwen, tekent onderzoeker Zühlke aan.
Uitvoerig en emotioneel schildert Langfus het lange lijden van de Joodse vrouwen in Auschwitz. Hij richt de blik op een groep vrouwen die met gebogen hoofden in de buurt zaten en “met diepe afschuw op de verachtelijke wereld en vooral op ons” neerkeken.
Een identieke reactie op het Sonderkommando documenteert Langfus in de winter van 1943. Een jong meisje, dat zojuist samen met haar kleine broer en zonder ouders in het kamp is gebracht, staat in de ontkledingsruimte. Als een gevangene van het Sonderkommando haar broer bij het uitkleden wil helpen, bijt ze hem toe: “Weg (met jou), jij Joodse moordenaar! Raak met je met Jodenbloed besmeurde hand mijn knappe broer niet aan.”
Christin Zühlke meent dat de schildering van deze scène als een poging van het Sonderkommando kan worden opgevat om de eigen schuldgevoelens te verwerken. Tegelijk illustreert de scène dat de leden van het Sonderkommando tenminste door enigen van de andere slachtoffers als daders werden beschouwd, lieden die hun eigen volk ombrachten. In een andere passage vraagt iemand een lid van het Sonderkommando waarom hij dit afschuweljke werk doet.
“Deze voorbeelden tonen aan”, aldus de onderzoeker, “dat het Sonderkommando bij de gedeporteerden op scepsis, beschuldigingen van verraad en afschuw stuitte. De ambivalentie van de rol van het Sonderkommando was kennelijk -en werd reeds tijdens de Holocaust gethematiseerd, ook door de leden zelf.”
Maar dat is niet het gehele beeld. Er waren ook gevangenen die zich dankbaar toonden voor de inspanningen van het Sonderkommando. Enkele vrouwen voelden zich getroost, wanneer zij tranen van medelijden en droefheid zagen op het gezicht van degene, die hen de trap afleidde. “Met empathie en zichtbare emoties wilde het Sonderkommando aangeven dat zich iemand om hen bekommert en ze als menselijke wezens ziet, die met respect en waardigheid behandeld dienden te worden”, vat Zühlke deze interne Joodse tragedie samen. Uitvloeisel van pure nazidemonie.
Langfus laat zijn lezers dan ook met dit specifieke beeld achter: “Eén stond aan de kant en aanschouwde de afgronddiepe ellende van deze weerloze, gekwelde zielen. Hij kon zich niet beheersen en brak in tranen uit.”
Deze scène speelde zich begin 1944 af. Sommige gevangenen voerden toentertijd al maanden, zo niet jaren, dwangarbeid uit in het Sonderkommando. Hoewel ze de onzegbare wreedheden dagelijks meebeleefden die de daders begingen tegen de gevangenen en gedeporteerden, geeft het relaas van Langfus aan dat ze niet allen afgestompt en gevoelloos tegenover het geweld waren. Een van de vrouwen roept uit dat ze blij is dat er iemand medeleven toont en tranen over haar lijden vergiet.
Om te midden van massamoord te kunnen overleven, overweegt Zühlke, moesten de leden van het Sonderkommando wel als emotieloos, sterk en mannelijk worden gezien om de dwangarbeid te kunnen voortzetten. Langfus beschrijft de situatie van het Sonderkommando ook in die zin: “alsof men tegenover de ergste verschrikkingen afgestompt en versteend is, alsof elk menselijk gevoel sterft”.
En toch, de “Auschwitz-Schriftrollen” laten duidelijk zien dat de manschappen van het Sonderkommando niet volledig verdoofd waren, ondanks hun toestand van emotionele distantie en gevoelloosheid. Tekenend daarvoor is hoe Langfus beschrijft dat hij de ontkledingsruimte altijd verliet, wanneer de gevangenen of gedeporteerden de gaskamers werden ingedreven. Hij kon de aanblik niet verdragen.
Langfus en de andere leden van het Sonderkommando besloten bewust niet weg te kijken, maar precies toe te zien. En hun waarnemingen, deze Shoah-getuigenissen op te tekenen. Het publieke antisemitisme van onze dagen noopt tot herlezing en overdenking van de Holocaustliteratuur. De diepgravende analyse van Christin Zühlke geeft daar alle aanleiding toe.
Laatste deel van tweeluik over seksueel geweld tegen Joodse vrouwelijke gevangenen in Auschwitz, op schrift gesteld door ooggetuige Leyb Langfus, Joods dwangarbeider in het Sonderkommando van Auschwitz.
Bron: “Genderspezifische Perspektiven auf sexualisierte Gewalt – Das Beispiel des Sonderkommandos in Auschwitz, in Aus Politik und Zeitgschichte, themanummer Auschwitz, 18 januari 2025, Bonn.
Reactie plaatsen
Reacties