“Di 3000 Nakete” (“De 3000 naakten”) – Seksueel geweld tegen Joodse vrouwen in Auschwitz (1)

Gepubliceerd op 22 januari 2025 om 01:17

“Eén stond aan de kant en zag de afgronddiepe ellende van deze weerloze, gekwelde zielen. Hij kon zich niet beheersen en brak in tranen uit.” De Shoah in Auschwitz-Birkenau. Opgetekend door ooggetuige Leyb Langfus, een Joodse dwangarbeider in het Sonderkommando.

Er waren vroege getuigen van de miljoenenvoudige moord door de nazi’s op Jodinnen en Joden. In 1943 en 1944 legden de Pools-Joodse gevangenen Zalmen Gradovski, Leyb Langfus en Zalmen Levental heimelijk de verschrikkingen in Auschwitz-Birkenau schriftelijk vast. Hun manuscripten werden begraven in glazen en metalen bakken op het grondgebied van de crematoria. In de jaren zeventig van de vorige eeuw publiceerde de Pools-Joodse historicus Ber Mark deze Shoah-getuigenissen onder de naam “Megiles Oyshvits” ofwel “Auschwitz-Schriftrollen”.

Zes van de negen, na de oorlog, ontdekte manuscripten waren in het Jiddisj geschreven, de andere in het Frans en Grieks. Christin Zühlke, onderzoeker van de Holocaustliteratuur in de VS, beklemtoont in haar bijdrage “Genderspezifische Perspektiven auf sexualisierte Gewalt – Das Beispiel des Sonderkommandos in Auschwitz” (APuZ, 1-5/2025) het belang van grondige kennis van het Jiddisj om werkelijk toegang te krijgen tot het Joodse perspectief van de slachtoffers van de Shoah. Verwaarlozing daarvan laat zien, aldus de wetenschapper, “hoe succesvol de daders bij de vermoording van de Jiddisj sprekenden en de uitwissing van de Jiddisje wereld waren”. Immers, “Jiddisj was de dagelijkse taal van veel Asjkenazische Joden; de Jiddisje cultuur levert de context om de Joodse perspectieven en ervaringen te begrijpen”.

Na dit krachtige pleidooi voor onderzoek naar en kennis van het Jiddisj zet Christin Zühlke de perverse, perfide nazimanipulatie van hun Joodse slachtoffers via de Sonderkommandos uiteen. Van 1942 tot 1945 maakten de Sonderkommandos deel uit van het dwangarbeiderssysteem in Auschwitz. Ongeveer 2100 gevangenen werden gedurende deze periode in de verschillende Sonderkommandos tot arbeid gedwongen. Slechts circa 100 overleefden.

Zühlke: “Tot hun taken in de gaskamers en crematoria behoorde het bij de ontkleding en deportatie van de gevangenen te helpen, lijken naar de verbrandingsovens te zeulen en gouden tanden te trekken. Tijdens de deportatie van de Hongaarse Joden in mei/juni 1944 groeide het Sonderkommando tot 900 leden, zijn grootste aantal. De leden van het Sonderkommando waren de rechtstreekse ooggetuigen van de massamoord. Zij moesten de laatste ogenblikken van Joodse gevangenen en gedeporteerden meebeleven.”

De expert van de Holocaustliteratuur concentreert zich voor haar onderwerp van seksueel geweld in het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau op de nagelaten teksten van Shoah-slachtoffer Leyb Langfus. Deze rabbijn was in Warschau geboren (1910), leidde de Joodse gemeente in Maków Mazowiecki en werd op 6 oktober 1942 samen met zijn vrouw Dvoyre en zoon Shmuel naar Auschwitz gedeporteerd. Hoogstwaarschijnlijk werden beide laatsten direct na aankomst in Auschwitz vermoord. Langfus hield zich tijdens zijn dwangarbeid in het Sonderkommando naar vermogen aan de Joodse geboden. Hij gold voor de andere gevangenen van het Sonderkommando als een religieuze autoriteit, die ze raadpleegden. Langfus behoorde tot de leiders van de mislukte opstand van het Sonderkommando op 7 oktober 1944. Vermoedelijk is hij op 26 november 1944 gedood, de datum van het laatste bericht in zijn aantekeningen.

Zühlke baseert zich voor haar onderzoek naar seksueel geweld tegen vrouwelijke Joodse gevangenen en de reacties van de leden van het Sonderkommando op hun dagelijkse dwangarbeid op de beschrijving van Langfus in de tekst “Di 3000 Nakete” (“De 3000 naakten”).

In dit manuscript wordt over een gebeurtenis van begin 1944 bericht. Voor het crematorium 2 worden van een voertuig naakte, vrouwelijke, Joodse gevangenen geladen. Alsof het maar voorwerpen waren en geen mensen… Sommige vrouwen stikken door het gewicht van op hen vallende personen. Anderen zijn zo uitgeput dat ze over elkaar liggen en niet meer kunnen staan. De lichamen van weer anderen zijn door de klap op de grond verbrijzeld. Degenen, die zich nog bewegen kunnen, slepen zich voort naar de bunker. De anderen worden door de nabijgesnelde leden van het Sonderkommando gedragen. Zij doen dat snel en voorzichtig, meldt Langfus. Als deze vrouwen de ontkledingsruimte binnen worden geleid, vermoeden ze dat ze spoedig door gas worden vermoord.

Toch wil het Sonderkommando zich om de ten dode opgeschreven vrouwen bekommeren. Gauw wordt een cokes oven geregeld zodat de vrouwen zich kunnen opwarmen. De meeste vrouwen zijn echter te diep in gedachten verzonken, te treurig of hebben al opgegeven om nog in de buurt van de kachel te komen. Enigen zwijgen, anderen spreken met elkaar. Een vrouw vertelt dat ze in de zomer uit Bedzin is gedeporteerd. Ondanks de honger en de dwangarbeid is ze gezond en daarom hoopt ze te kunnen overleven.

En dat na acht dagen van onzegbare verschrikkingen, martelingen. Want deze Shoah-slachtoffers uit verschillende blokken in kamp Auschwitz mochten niet langer buiten werken. Zij moesten zich in Block 25 volledig uitkleden en allen werden vervolgens naakt, zonder eten en drinken opgesloten in drie blokken, 1000 mensen per blok. In de nacht van de derde dag werd brood in de blokken geworpen, een brood van zo’n 1,4 kilo voor 16 personen. De zwakken werden naar het gebouw voor zieken gebracht, de overigen kregen normale kampkost en mochten uitrusten.

De vrouw uit Bedzin schildert deze situatie: “Als ze ons op dat moment doodgeschoten of vergast hadden, zou alles al goed geweest zijn. Velen raakten bewusteloos, vele anderen vielen in coma. (…) De dood heeft ons niet afgeschrikt.”

Drie dagen later, op de achtste dag, moesten de vrouwen zich opnieuw uitkleden en meerdere uren naakt en in de vrieskou buitenstaan, daar het blok weer afgesloten wordt. Later worden ze op de wagen geladen en naar het crematorium gebracht.

Eerste deel van een tweeluik over seksueel geweld tegen Joodse  vrouwelijke gevangenen in Auschwitz, verhaald door ooggetuige Leyb Langfus, Joods dwangarbeider in het Sonderkommando in Auschwitz.

Bron: “Genderspezifische Perspektiven auf sexualisierte Gewalt – Das Beispiel des Sonderkommandos in Auschwitz

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.