“Meer dan vier decennia lang heeft Auschwitz mij aangetrokken. Ik weet niet meer hoe vaak ik daar geweest ben, maar het waren vele, vele malen. Het is de enige plaats ter wereld waar ik me dichtbij mijn familie voel, de familie die ik nooit heb leren kennen.” Aan het woord is de schrijfster/dichteres Lily Brett (New York), dochter van twee Poolse Shoah-overlevenden.
In haar ontroerende bijdrage “Leben nach Auschwitz” in een speciaal nummer van de Duitse overheidspublicatie Aus Politik und Zeitgeschichte over Auschwitz volgt Britt het levensspoor van haar ouders, hun familie en dus van haarzelf. Naast wie ze allemaal is (echtgenote, moeder, oma) en wat ze heeft gedaan (o.a. muziekjournaliste), was en is zij zich altijd van het belangrijkste aspect van haar leven bewust, wat haar het meest stempelde: Het feit dat mijn ouders jarenlange gevangenschap in de getto’s en vernietigingskampen van de nazi’s hadden overleefd. Mijn ouders waren van een zeldzame statistische portuur. Twee Joodse mensen, met elkaar getrouwd, die beiden vernietigingskampen hadden overleefd.”
Februari 1940 werden circa 150.000 Joden in het getto van de Poolse stad Lodz opgesloten. Onder hen de ouders van Lily Brett. Vier jaar laten bezaten zij geen werkvergunning meer. Om deportatie naar Auschwitz te voorkomen, doken ze onder in het getto. Hanka, een 9-jarig nichtje, bracht hen elke dag een schaal soep. “Zij had nog een werkvergunning en zei altijd dat ze geen honger had, wanneer ze mijn ouders soep bracht.”
Augustus 1944 kwamen Brett’s ouders en Hanka, als een van de laatste transporten uit het getto van Lodz, ook in Auschwitz. “Mijn moeder en vader werden bij aankomst in Auschwitz-Birkenau onmiddellijk van elkaar gescheiden. Mijn moeder poogde bij Hanka te blijven, maar iemand stootte ze in een andere rij. Dat was de rij om te overleven. Hanka werd direct naar de gaskamer gestuurd.”
Hanka… Lily Brett vertelt hoe die naam opnieuw valt. Tijdens het kraambezoek van moeder bij de geboorte van haar dochter. “Ze wierp een blik op de kleine, blonde baby met de blauwe ogen. Alle kleur verdween uit haar gezicht. Ze zag eruit alsof ze direct flauw zou vallen. “Ze ziet er precies uit als Hanka.” Mijn moeder ging op een stoel zitten. Ze sloot de ogen en sprak tijdens de rest van het bezoek geen woord meer.”
Na de oorlog wisten zowel de vader als de moeder van Brett maandenlang niet dat zij de Shoah gezamenlijk hadden overleefd. Lily’s moeder was van Auschwitz overgebracht naar het concentratiekamp Stutthof, in de buurt van de Oostzee. Daar hield zelfs in de allerlaatste fase van de oorlog, mei 1945, het vermoorden van Joden door SS-eenheden niet op. Naakt wierpen ze Jodinnen vanaf boten in het water van de Oostzee onder een spervuur van machinegeweren. “Een bewaker hief mijn moeder hoog op en wilde ze net in het water werpen, toen zij hem in vloeiend Duits zei dat hij haar maar graag over boord moest werpen, want alles was haar intussen om het even. De bewaker liet mijn moeder op de bodem van de schuit liggen. Ze geloofde dat hij geschokkeerd was dat deze vieze, skeletachtige vrouw foutloos Duits kon spreken.”
De moeder van Lily Brett had vier broers, drie zusters, een moeder en een vader, tantes, ooms, neven en nichten. “Zij allen werden vermoord. Het grootste deel van de familie van mijn vader werd eveneens vermoord.”
Als vluchtelingen emigreerden de ouders van Brett naar Australië. Voor de vader een paradijs. Het gezin woonde in een huis met vier á vijf kamers. Eén kamer per familie van Joodse vluchtelingen. Plus een gemeenschappelijke keuken en badkamer. “De atmosfeer in ons huis en in onze kleine gemeenschap was zwanger van rouw”, herinnert Lily zich. “Ik was nog een klein meisje, maar ik wist dat mijn ouders en de andere families iets verschrikkelijks meegemaakt hadden. Ik wist weliswaar niet wat, maar ik wist dat het heel, heel erg verschrikkelijk was.”
“Mijn moeder was alleen fysiek aanwezig”, schrijft Lily. “Ze naaide kleren voor me, ze bekommerde zich om mij, maar ze was tegelijkertijd elders. Ze was bij haar doden. Vaak gebruikte ze haar avondeten met de rug naar de keukentafel toe. En ze verorberde graag de restjes. Ik geloof dat ze zich haar hele leven schuldig voelde te hebben overleefd.”
In Australië groeide Lily op met de kinderen van andere Shoah-overlevenden: ”We wisten allemaal dat wij op de verkeerde plaats waren. We wisten dat we nieuw in dit land waren en elders thuishoorden. We wisten alleen niet, waar dit elders lag. We waren bijna allemaal kinderen van Shoah-overlevenden.” Voor die laatsten hield het rouwen om de vermoorde geliefden nooit op, aanschouwde Brett.
De nabijheid van onheil, de ‘normaliteit’ van Auschwitz, hield de moeder van Lily en haarzelf voor altijd alert. Tegelijkertijd toonden deze Shoah-overlevenden, naar het getuigenis van eigen dochter, nooit haat of bitterheid. Een Duitse vriendin voor/van Lily, Lydia, leverde totaal geen probleem op. Integendeel! Haar ouders maakten kennis met die van Lydia. Zeker, de moeder van Lily murmelde soms hoe het toch mogelijk was dat een land, dat Goethe en Schiller had voortgebracht, zoveel mensen kon vermoorden. Echter, beide ouders prentten Lily vooral in een goed mens te zijn. “Op weg naar mijn Australische school overlegde ik als vijf- of zesjarige of ik als mens wel goed genoeg was.”
De ouders van de schrijfster/dichteres waren beiden afkomstig uit zeer religieuze milieus. Ze verloren hun geloof in God door bijzonder dramatische gebeurtenissen. De moeder zag toe hoe een pasgeborene in een smerig toilet werd verdronken. De vader zag twee jonge nazi’s met een baby voetbal spelen…
De diepe genegenheid voor haar moeder spreekt ook uit de woorden van dochter Lily: “Mijn moeder verloor alles, wat ze te verliezen had. Ze verloor haar familie, haar jeugd, haar opleiding, haar taal, haar cultuur, haar vaderland en haar kleine zoon, die in het getto geboren werd en stierf. Het enige wat mijn moeder had, was haar schoonheid. En ze was heel mooi. Ik wist dat haar schoonheid haar een beetje vreugde schonk.”
Veel vreugde beleefde de moeder van Lily zeker aan de geboorte van een kleinzoon. Samen met haar echtgenote en toen 18 maanden oude zoontje keerde Lily vanuit Londen naar Australië terug. “Mijn moeder raakte op slag verliefd op hem. Ze aanbad hem. En hij haar. Als ik zag hoe mijn moeder met mijn zoon door onze woonwijk liep en hem als haar zoon voorstelde, begreep ik waarom ik hem zo jong (22, red.) had gekregen. Hij was nog altijd mijn zoon, maar ik had hem voor haar gekregen.”
Het leven van Lily’s moeder veranderde door de komst van deze kleinzoon. “Hij was een slimme en gevoelige jongen. Hij was de zoon, die zij in het getto verloren had. Mijn zoon vulde een gat, een leegte in het leven van mijn moeder.” Een Shoah-overlevende, die nog altijd gekweld werd door vreselijke nachtmerries, waarin zij in het Jiddisj om haar moeder riep en soms ook Hanka toeriep dat ze bij haar had proberen te blijven toen ze in Auschwitz werden gescheiden.
Op haar 32ste hoorde Lily Brett mensen over hun reis naar Polen vertellen. Het betekende een schok voor haar. Het land van oorsprong van haar bijkans uitgeroeide familie. “Een abstract landschap van verschrikkingen.” Toch besloot ze de historische sporen van haar dierbare ouders en familie ter plekke te gaan traceren. Op ontroerende wijze vertelt Lily van haar bezoek aan het ouderlijk huis in Lodz en daarna aan Auschwitz.
Het kwam haar voor alsof ze Auschwitz kende, hoewel ze er nog nooit was geweest. “Ik beroerde de wanden van het crematorium. Mijn handen waren daarna met roet bedekt. Ik wist dat in dit roet het erfgoed van hele families stak, van vele, vele families. En mogelijk ook dat van mijn familie. Ik veegde wat roet in mijn gezicht en op de borst. Het roet stelde me zozeer gerust.”
Het duurde een hele tijd, zo erkende Lily, voordat ze begreep dat het verleden van haar ouders evenzeer haar verleden is. “Ik reis naar Auschwitz, zoals andere mensen naar de kerk of de synagoge gaan. Ik ben weliswaar atheïste, maar ik reis daarheen om mijn dode familieleden te tonen dat ze voor mij belangrijk zijn en dat ik ze liefheb.”
Een van de emotioneelste dagen van haar leven, zo schildert Lily Brett in haar essay “Leven na Auschwitz”, doorleefde ze toen ze met dochter Gypsy en kleindochter Orly Rose opnieuw Auschwitz bezocht. “Hier waren wij: de drie generaties na mijn moeder en mijn vader. Wij drieën, moeder, dochter, kleindochter, stonden naast elkaar, schouder aan schouder. Wij lieten onze familie -de familie, die een deel van ons is, die wij nooit hebben leren kennen, de baby’s, de teenagers, de mannen en de vrouwen, de familie die bij ons hoort- weten dat wij van ze houden en nooit vergeten zullen.”
Bron: Essay van Lily Brett, Leben nach Auschwitz, in tijdschrift Aus Politik und Zeitgeschichte, themanummer Auschwitz, 18 januari 2025, Bonn.
Reactie plaatsen
Reacties