“Scholen en universiteiten zijn blind en doof voor antisemitisme” – de klacht én aanklacht van een Joodse moeder, lerares en studente in Duitsland
In de aanloop naar 9 november, de jaarlijkse herdenking van de pogrom in 1938, publiceerde de Jüdische Allgemeine, de harten- én smartenkreet van een anonieme Jodin (7 november 2024). Onder de treurigstemmende titel “Joden tellen niet”.
De schrijfster dient zich aan als “moeder, Jodin, lerares en studente aan de Vrije Universiteit in Berlijn”. Maar voor alles is ze “moe”. Moe van de talrijke gevechten van de afgelopen maanden, met schoolleidingen, de universiteit, de politiek, met mensen die de andere kant opkijken bij Jodenhaat. En praat haar niet over het politieke gesteggel om tot een resolutie tegen antisemitisme te komen. Het kostte meer dan een jaar om precies vast te leggen wat “antisemitisme” is… Alsof dat na 7 oktober 2023 niet evident is!
En passant horen Joodse leerlingen op Duitse schoolpleinen doodswensen in hun richting en die van Israël. Ondertussen bivakkeren zij tussen deuren, tafels en wanden die totaal zijn ondergekalkt met leuzen. “Antisemitisme wordt genormaliseerd”, concludeert de moeder en lerares. “Het behoort bij de schooldag, net zoals de bel en de eetpauze.”
Geen wonder dat Joodse jongeren en docenten de openbare scholen in scharen verlaten en opnieuw “gettoïseren”. Puur uit angst voor excessen, die “op Duitse scholen en universiteiten” dagelijks plaatsvinden. “En dat in dit land, dat eens doodsfabrieken bouwde om het Joodse volk volledig uit te roeien.” Toch neemt dit land daarom het antisemitisme serieus en tolereert dat nooit, duidt de Duitse Jodin de paradoxale situatie.
Joodse leraren geven les en Joodse leerlingen volgen onderwijs in een decor van graffiti. De “normale coulisse” van teksten als “Fuck Israel”, “From the River to the Sea” en symbolen als hakenkruizen.
En als de lerares een mannelijke collega attendeert op deze vulgaire Jodenhaat, volgt een verwonderde blik. “Werkelijk? Hebben wij graffiti? In de regel ga ik niet naar de meisjestoiletten. Hoe zou ik dat dan moeten weten?”
Zeker een poging om grappig te zijn, maar helemaal niet leuk, reageert de Joodse docente. Van de belofte om die smerige, antisemitische teksten te verwijderen, komt niets terecht. “Een half jaar later zien de toiletten er nog altijd zo uit.” “Joden, hoerenzonen” galmt het steeds vaker door de gangen.”
“Endlösung”, verboden plaatsen voor Joden, getto’s… Hadden wij dat niet eerder, verzucht de Duitse Jodin. Tachtig jaar geleden of zo? “Nie wieder” wordt gereserveerd voor gedenkdagen, constateert ze. De rest van het jaar verstoft deze historische en actuele belofte “in de kelders van de geschiedenis”.
Vlijmscherp velt de schrijfster haar oordeel: “Wat doen wij met deze haat jegens de Joodse staat, tegen de Joden? Niets. Behalve op 9 november, dan heten we alle Joden welkom, ook op de onderwijsinstellingen van dit land.”
Over scholen en universiteiten uit ze zich in gelijke zin: ze zijn blind en doof. “Antisemitisme wordt over het hoofd gezien of genormaliseerd. Wij Joden zijn weer te gevoelig, te veeleisend, lastig. Voortdurend voelen we ons bedreigd, maar alles is toch niet zo erg. Omgeven door gedenkdagen en een herdenkingscultuur die even gammel is als het schoolsysteem zelf.”
Klinkt uit een kindermond: “Mama, wat betekent “Free Palestine”?” Klinkt uit een moedermond: “En ook niemand vertellen dat opa in Israël woont.” Al in de tweede klas moeten kinderen op het schoolplein kiezen tussen Israël en Palestina. “Valt de keuze op Israël, volgen er klappen”, weet de Joodse moeder, lerares, kortom de insider bij uitstek.
Zij somt ook geduldig alle argumenten op die tegen (!) de strijd tegen Jodenhaat in het onderwijs worden gehanteerd. Haar schrijnende slotsom luidt dan ook: “Wat resteert, is de jaarlijkse huldiging van de dode Joden, die geen bezwaren meer kunnen maken. En schoolroosters, waar voor de bescherming van levende Joden geen plaats is. Een vice-presidente van de Bondsdag van de SPD, die Israëlhaat op sociale media post – zonder consequenties.”
Bron: “Juden zählen nicht”, Jüdische Allgemeine, 7 november 2024.
Reactie plaatsen
Reacties