Weerspreek de wereldleugen over het Joodse Israël met de feiten! – een indringende voordracht van antisemitisme-expert Monika Schwarz-Friesel

Gepubliceerd op 30 juli 2024 om 23:21

“Waarom het zwarte antwoord van de haat op je bestaan, Israël?” De prangende vraag van de dichteres Nelly Sachs uit 1961. Met deze (aan)klacht opende de eminente antisemitisme-expert prof. dr. Monika Schwarz-Friesel op 3 mei 2024 haar voordracht in het Oostenrijks parlement over Jodenhaat na 7 oktober 2023. Een rede die de aandacht meer dan waard is.

De Berlijnse hoogleraar geeft aan dat voor Sachs het  woord “Israel” levenslang in het algemeen stond voor Joodse existentie. “En daarmee voert de vraag precies in het midden van mijn voordracht. Want Jodenhaat en Israëlhaat vormen een onscheidbare symbiose.”

Schwarz-Friesel bekende haar parlementaire gehoor dat het haar dit keer bijzonder moeilijk was gevallen woorden te vinden voor juist deze voordracht. En dat hoewel ze al twintig jaar onderzoek doet naar het thema vijandschap jegens Joden en vertrouwd is met de afgronden en manifestaties van deze culturele haat.

Wat hinderde haar? Niet alleen de bestialiteit van de massamoord die Hamas beging op 7 oktober 2023 aan Israëlische burgers, van baby’s tot bejaarden, maar evengoed de reacties op deze monsterlijkheid, die zelf monsterlijk waren en zijn. “Omdat ons drastisch voor ogen wordt gevoerd, dat delen van de mensheid niets uit de geschiedenis geleerd hebben.”

Voor de antisemitisme-onderzoeker is het evident: 7 oktober toont de essentie van Jodenhaat, zijn ultima ratio, de absolute wil tot het uitwissen van Joods bestaan. “Hier ontmoeten we niet de banaliteit van het kwaad, maar het antisemitische kwaad per se in zijn huiveringwekkendste eigenschap. Zoals de nationaalsocialisten geloofden dat Joden als hét wereldkwaad voor het welzijn van de mensheid uitgeroeid moesten worden. Op 7 oktober vierde  en sacraliseerde men dit verdelgende antisemitisme.”

De wetenschapster verduidelijkt dat met een scène waarin een jonge Palestijn vol trots zijn ouders belt met het geroofde mobieltje van een Israëlisch slachtoffer. Met een stem die van trots zwelgt, meldt hij: “Moeder, je zoon heeft zojuist tien Joden gedood! Ik bel je met de telefoon van een dode Jood. Zeg het tegen vader! Hun bloed zit aan mijn handen. Moeder, je zoon is een held!” De vader roept verheugd terug: “Dood! Dood! Dood!”

Aansluitend citeert Schwarz-Friesel de Holocaustoverlevende en Nobelprijswinnaar van de literatuur Imre Kertesz: “En de antisemiet van onze tijd wil niet meer zijn afkeer van Joden uitdrukken, hij wil Auschwitz.” Op 7 oktober 2023 werden meer dan 1200 mensen van elke leeftijd gefolterd, verminkt, verbrand. Onder juichkreten.

Alleen door de expliciete benoeming van deze gruweldaden is de omvang van het morele falen van delen van de wereldbevolking te begrijpen, stelt de Duitse hoogleraar. “Het had tot internationale verontwaardiging moeten leiden.” Zo niet, in plaats daarvan oorverdovend zwijgen van hen “die anders als eerste luidkeels van zich laten horen”.  Zwiijgende feministen over de massaverkrachtingen op 7 oktober, idem de progressieve academies en kunstinstellingen over de wrede moord op jonge mensen, zwijgen ook van vredesactivisten en antiracisten over de begane bestialiteiten. Bespotting van de slachtoffers en hun families, het omdraaien van daders en slachtoffers, de “ja, maar” retoriek van het pseudo-intellectuele en politieke discours uitmondend in het modewoord “contextualisering”, het oude antisemitische argument dat de Joden zelf de schuld hebben aan hun ongeluk. Verstand, fatsoen en medeleven weken voor ideologische verblinding, voor een anti-Israëlisch narratief. Ziehier de bittere bevinding van professor Schwarz-Friesel.

Zij vervolgt: “En niet alleen in Israël, maar in de Joodse gemeenten wereldwijd trad met kracht een retraumatisering in en met haar het bittere besef hoe eenzaam de Joodse gemeenschap in de 21 eeuw bleef ondanks alle betuigingen van ‘Nooit weer’.” Voor wie progressieve Joodse jongeren ook opstonden, als de aanvallen zich tegen hen richtten, stonden zij alleen, omdat ze Joods zijn, citeert Schwarz-Friesel uit de sociale media.

Tegelijkertijd verrasten dit schrijnende gebrek aan empathie met de Joodse slachtoffers van de pogrom van 7 oktober en de haaterupties haar niet. Het fundament daarvoor was al sinds jaren gelegd. Tien jaar eerder, in 2014, klonk op Europese straten tijdens de toenmalige Gaza-crisis immers de expliciet antisemitische kreet “Hamas, Joden aan het gas”. En verspreidde het internet verbale geweldsexcessen.

“Wij waarschuwen in het empirisch onderzoek al lang -steeds weer en publiekelijk- voor een antisemitisme, dat in het mediale discours een vijand- en vertekend beeld van de Joodse staat creëert”, beklemtoont de Berlijnse academicus in haar Weense rede. Ze haalt daarbij een conclusie aan van een wetenschappelijke conferentie van maar liefst 15 jaar geleden: “Het antisemitisme dat zich tegen Israël keert is vandaag de frequenste vorm van actuele vijandschap tegen Joden, echter uitgerekend dit wekt in de politiek en burgermaatschappij het geringste verzet op. Hier ligt het gevaar van uitbreiding van antisemitisme en gewenning daaraan in de … meerderheid van de samenleving.”

Alle varianten van de huidige golf aan Jodenhaat, of die nu van links, rechts, van moslimzijde komen of “feuilleton-antisemitisme” is, treffen elkaar in de demonisering van de Joodse staat, concludeert Schwarz-Friesel. Als geestelijke brandstichter duidt zij daarbij “het opgeleide en moreel integer optredende antisemitisme met zijn gepolijste retoriek, die zich als “zorg om de wereldvrede” manifesteert, want die zet de ideeën in de hoofden”. De radicalen, extremisten, ignoranten, geïndoctrineerde studenten fungeren vervolgens als de aanwakkeraars van dit satanisch vuur.

Nadruk legt de antisemitismevorser ook op het historische gegeven dat uitgerekend hoog ontwikkelde mensen als Augustinus, Luther, Voltaire, Fichte of Hegel zich bezondigden aan antisemitische uitingen. Voeg daaraan toe prominente progressief-liberale schrijvers als Dickens, Wilde, Dostojewski. “Hun geschriften druppelden het gif in het bewustzijn van miljoenen lezers. Tot het midden van de 20e eeuw was het aandeel van opgeleide antisemieten hoger dan dat van niet-opgeleide. Helaas vormt opleiding geen absolute garantie tegen antisemitisme.”

Schwarz-Friesel trekt een rechte historische lijn naar het heden: “Eeuwenlang geloofden antisemieten dat de collectieve boze Jood kinderen afslachtte en met de satan pacteerde, vandaag geloven zij, in directe aansluiting bij deze karikatuur, dat de Joodse staat een racistisch apartheidsregime is, dat kinderen vermoordt.” En als deze demonisering ook nog eens uit de mond komt van mensen met de titel Dr. of Prof., dan is dat extra gevaarlijk, oordeelt ze. Zulke geleerden moeten het toch wel bij het rechte eind hebben, vandaar ook dat hun teksten en talrijke petities zoveel gewicht krijgen in de openbaarheid.

Om maar niet te spreken van de media die ijverig geschiedvervalsing colporteren in “postkoloniale zin”, waarvan relativering van de Shoah en delegitimering van Israël het directe gevolg zijn. De Berlijnse analist illustreert dat met het voorbeeld van Anne Frank: zij heet nu postuum een “wit koloniaal meisje” en haar dagboek wordt verbrand.

Hoe dit alles te duiden? Pregnanter als prof. Schwarz-Friesel dat doet, is nauwelijks voorstelbaar: “Het saillante symbool voor het Joodse leven en overleven in de wereld is Israël en vandaar de doorn in de geest van alle moderne antisemieten.” Een zinsnede om in het geheugen op te slaan! Haat jegens Israël als wereldbeschouwing vloeit niet rechtstreeks voort uit het conflict met de Palestijnen, onderstreept de hoogleraar nadrukkelijk. Ook zonder crises, oorlogen en Joodse woongebieden op de Westoever werd en wordt haat jegens de Joodse staat onafgebroken gearticuleerd. De kern van het antisemitisme is antijudaïsme, poneert Schwarz-Friesel. De rest is katalysator.

Voor onze ogen speelt zich momenteel, in de woorden van de professor, de “Israëlisering van het antisemitisme” af. Dit gebeuren kenmerkt zich door de toepassing van klassieke stereotypen (Joden zijn kindermoordenaars, landrovers, verwoesters van volken) op de staat Israël. Een typisch geval van abjecte projectie. En zodoende worden Joden overal ter wereld collectief onder het voorwendsel van het conflict aangevallen. “Wij zien in het onderzoek alle kenmerken van klassieke Jodenhaat”, besluit Schwarz-Friesel.

Natuurlijk wordt dat door de aangesprokenen glashard ontkend. Ook dat is van alle tijden. Dan heet het “een taboe op kritiek op Israël”.  Die poging tot immunisering tegen de beschuldiging van antisemitisme weerlegt Schwarz-Friesel vrij eenvoudig: geen land ter wereld wordt zo heftig en vaak gekritiseerd als Israël. Legitieme kritiek op de Joods staat wordt vanzelfsprekend niet gelijkgesteld aan antisemitisme, daarvoor bestaan duidelijke criteria. Nog een veelzeggend historisch detail is hoe de Wilhelm Marr, de auteur van het invloedrijkste antisemitische schendgeschrift in de 19e eeuw, manoeuvreerde. Hij verzekerde zich niet door Jodenhaat te laten leiden, maar hij moest toch “waarheidsgetrouw onthullen hoe schadelijk Joden ageerden”.

Wij stuiten hier op de strijd om de definitiemacht, sprak Schwarz-Friesel op het eind van haar bijkans beklemmende voordracht. Ze haalt daarbij Franz Kafka aan: “Die Lüge zur Weltordnung”. “De wereldleugen over het Joodse Israël is al wijd en zijd verspreid. Ze wordt te vaak door te velen geloofd. En deze leugen heeft angstaanjagende consequenties. Wij allen staan voor de uitdaging dit leugenweb met de feiten te confronteren.”

Tot slot citeert Monika Schwarz-Friesel voor de tweede keer de Duits-Joodse vluchtelinge voor het naziregime, Nelly Sachs:

                                                                                                    “Land Israel

                                                                                                     nu waar je volk

                                                                                                     uit de hoeken van de wereld

                                                                                                             Huilend

                                                                                                          thuiskomt

En ze riep “Volkeren van de aarde, (ver)snijdt niet met de messen van de haat!”

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.