
“Vanuit Joods perspectief heerst sinds 7 oktober 2023 een noodtoestand.” Een ondubbelzinnig antwoord op de vraag hoe de situatie van Joodse scholieren in Duitsland er momenteel voorstaat, na het bloedbad van Hamas op Israëlisch grondgebied (7 oktober 2023). Spiegelbild, een organisatie voor politieke vorming in Wiesbaden, interviewde prof. dr. Julia Bernstein (Frankfurt University of Applied Sciences), kenner bij uitstek van antisemitisme in het Duitse onderwijs.
De Joodse gemeenschap leefde al voor die zwarte pogromdatum in een situatie van onveiligheid, vervolgt de hoogleraar, maar die is nu existentieel. Jodinnen en Joden voelen zich permanent bedreigd. Zo intensief dat het hen vaak zwaar valt hun verplichtingen na te komen.
Of Bernstein dat kan concretiseren naar het Joodse leven van alledag, wil Spiegelbild weten. “Feitelijk heerste er altijd al een tendens om Joodse symbolen niet openlijk te dragen”, vangt de expert aan.
Ze gaat verder: “In hun dagelijkse leven worden Jodinnen en Joden met een vijandige omgeving geconfronteerd. Een alomtegenwoordige dreiging, die als een duistere achtergrond hun leven stempelt. Steeds aanwezig, als een onzichtbare, zij het merkbare wand, die het gevoel van veiligheid in twijfel trekt en de dagelijkse ervaring bepaalt.”
In zo’n situatie -de eigen, Joodse identiteit is in het geding- is het bijna onmogelijk je persoonlijke capaciteiten te ontplooien, benadrukt Bernstein, idem vertrouwen te ontwikkelen naar je naaste omgeving, een aangenaam leven te leiden. “Reeds in 2017 heeft een van onze studies aangetoond dat vele Joodse personen het woord “outen” gebruikten om te beschrijven dat ze hun identiteit verbergen.” Voor de wetenschapper een moeilijk te accepteren situatie: “vooral in een land als Duitsland, waar het Joods zijn eigenlijk niet meer verborgen dient te zijn”.
Na de 7e oktober is de situatie nogmaals duidelijk verscherpt, constateert Julia Bernstein. “Nauwelijks een Joodse persoon geeft nog openlijk blijk van haar identiteit, draagt Joodse symbolen of spreekt Hebreeuws. Zeker, er zijn enkelen, die zo stevig in hun schoenen staan, dat ze zich niets aantrekken van de omstandigheden. Ik bewonder dat. Daarmee nemen ze echter wel een groter risico en worden het mikpunt van haat, samenzweringstheorieën en ideologische aanvallen. Of zij religieus zijn of politiek actief, dat staat er allemaal los van. Of zij voor de tweestatenoplossing opteren of die afwijzen, zionistisch zijn of niet, naar Israël willen emigreren of liever wensen te blijven in Duitsland, dat maakt allemaal niet uit. Hun politieke kleur speelt daarbij geen rol. De oorlog (tijdstip interview met Bernstein, red.) wordt momenteel als voorwendsel gebruikt om Jodinnen en Joden wereldwijd voor diverse problemen verantwoordelijk te stellen.”
Terwijl de Joodse gemeenschap onder publieke Jodenhaat gebukt gaat, zwijgt de meerderheid van de bevolking vaak, blijft passief. “Dat wordt door Joden als stille instemming geïnterpreteerd”, ondervindt de expert. “Dit zwijgen betekent voor velen: “Als het werkelijk belangrijk zou zijn, zou erover gesproken of ernaar gehandeld worden.” In plaats daarvan wordt er echter weinig ondernomen. Dat leidt bij vele Joodse mensen tot het gevoel alleen gelaten te worden. Jodinnen en Joden bespeuren dat ze niet door de samenleving, noch door de wet voldoende beschermd worden.”
Bernstein wijst op de escalatie van antisemitisme, het tolereren van virulente, agressieve anti-Joodse leuzen, ja openlijke antisemitische geweldpleging. De Joodse gemeenschap voelt zich in deze extreem gevaarlijke situatie in de steek gelaten respectievelijk niet gesteund. Exact die ervaring belast Jodinnen en Joden in Duitsland (maar, waar niet?!, red.) enorm en laat, aldus Bernstein, “een diep gevoel van onveiligheid na”.
Vele Joden van de derde of vierde generatie na de Shoah meenden wellicht dat de verschrikkingen die hun groot- of overgrootouders overkwamen, geen deel meer zouden uitmaken van hun reële leefwereld, zet Bernstein uiteen. “De ervaringen van voorouders waren veeleer iets waaraan men herinnerde, om het te eren, en waaruit men kracht kon putten voor de eigen identiteit.”
Echter nú ervaren vele Jodinnen en Joden plotseling hoe zij zelf de adviezen en voorzorgsmaatregelen van hun groot- en overgrootouders herhalen, observeert de wetenschapper. “Het gaat om uitlatingen zoals “Gewoon niet zeggen dat je Joods bent, het kan gevaarlijk zijn”. Dat zijn adviezen, die ze nu op zichzelf toepassen, omdat zij zich plotseling realiseren dat deze waarschuwingen nog altijd betekenis hebben. Velen vermijden het om hun mening openlijk te uiten, omdat ze weten dat de reacties heftig zouden kunnen zijn, soms zelfs van de hele klas of de werkgroep. Het zijn familiegeschiedenissen en ervaringen die opeens relevant worden en erbij helpen om de angsten en voorzorgsmaatregelen van de eigen voorouders beter te begrijpen.”
In schooldiscussies over de Israëlische politiek wordt Jodenhaat contra de Joodse staat (“israelbezogener Antisemitismus”) vaak misverstaan en gebagatelliseerd als “levendige discussie”, kritiseert Bernstein. “Wanneer zich Joodse kinderen in de klas bevinden, kan de zogenaamde Israëlkritiek snel in geweld omslaan”, waarschuwt ze. “Het overrompelt leerkrachten dikwijls wanneer een schijnbaar levendige discussie in pesterijen eindigt en de klas zich tegen de Joodse persoon keert.”
Alleen het woord “Israël” al kan tot irritatie leiden, storend werken…, brengt Spiegelbild in. “Absoluut” beaamt de antisemitisme-expert direct. “Alleen de klank van het woord “Israël” leidt vaak tot een afwerende houding. Het is alsof het bestaan van Israël zelf in twijfel wordt getrokken. Deze reflex, de existentie van een Joodse staat ter discussie te stellen, drukt een afwijzing uit, die diep zit.”
Bernstein illustreert haar analyse met een voorbeeld uit haar werkkring: “Een collega van mij, een Israëlische componiste en hoogleraar voor pianomuziek, vertelde onlangs iets dat dit verduidelijkt. Ze speelt sinds jaren in een multiculturele band, met Arabische, Joodse en Duitse musici. Plotseling heette het dat ze niet meer moest optreden, omdat haar aanwezigheid het publiek zou kunnen ‘provoceren’. Simpelweg omdat ze uit Israël komt. Daarbij gaat het hier om muziek, om kunst. Het schijnt als zou alleen haar herkomst als bedreiging worden waargenomen. Men vraagt zich af: is dat in een ander geval voorstelbaar? Dat een andere afkomst of identiteit als “provocatief” zou kunnen worden beschouwd? Het toont aan dat het loutere bestaan van een Joodse of Israëlische identiteit als gevaar wordt waargenomen.”
Een grote verantwoordelijkheid in de strijd tegen haat en leugens over Joden en de Joodse staat kent prof. Bernstein het onderwijs toe. De meeste leerlingen zijn volgens haar immers ontvankelijk voor eerlijke gesprekken, staan open voor authentieke leerkrachten met ruggengraat.
Pure professionaliteit ofwel “neutraliteit” schiet bij het urgente onderwijsthema antisemitisme hopeloos tekort, onderstreept insider Bernstein. Daar prikken leerlingen echt doorheen. “Jongeren willen graag van iemand leren die authentiek is.”
Dat houdt ook in dat leerkrachten zelf willen leren, luisteren naar de perspectieven van degenen die Jodenhaat rechtstreeks raken. En zulke leraressen en leraren kent Duitsland zeker, stelt Bernstein. Een bemoedigende boodschap!
Bron: interview met prof. dr. Julia Bernstein in Spiegelbild (Wiesbaden) onder titel “Feindselige Kulissen – Der Alltag von Jüdinnen und Juden”
Reactie plaatsen
Reacties