“Zijn de Duitse hogescholen gewoon te laf om hun vrijheid te verdedigen en hun personeel te beschermen tegen de vijanden van deze vrijheid?”
Deze actuele, cruciale vraag -evengoed voor de Nederlandse situatie- werpt FAZ-redacteur Gerald Wagner op in de editie van het Duitse dagblad van 13 november 2024. Onder de kop “Terror und Absagen” (Terreur en Afzeggen) licht hij zijn prangende vraag in detail toe.
Wagner begint overigens met positief nieuws. Aan de Berlijnse Humboldt Universität vond zowaar een ongestoorde (!) publieke discussie plaats over antisemitisme, Israël, de oorlog in Gaza en de belegeringstoestand van de Duitse universiteiten. De discussie draaide om de vraag of de jongste aanvallen op de wetenschapsvrijheid (bezettingen, annuleringen van lezingen, fysieke aanvallen op universitaire medewerkers) tot “zelfbeperkingen” leiden.
Wagner neemt terecht de journalistieke vrijheid deze urgente vraag “minder academisch” te formuleren (zie intro). Tegelijkertijd erkent hij dat zijn toegespitste vraagstelling niet in het algemeen valt te beantwoorden. Echter, de FAZ-redacteur geeft meteen wel een paar saillante voorbeelden van dergelijke academische “zelfbeperkingen”.
Zo brengt hij een beschamende affaire aan de Universiteit Freiburg aan het licht. Daar zou op 18 oktober de politieke wetenschapper Tina Sanders een voordracht houden over het thema “Inleiding tot de antisemitismekritiek: het werk van Jean Améry”. Améry, een Shoa-overlevende, was een van de eersten die al eind jaren zestig van de vorige eeuw de Jodenhaat die zich keert tegen de Joodse staat scherp in het vizier had.
Welnu, de lezing van Sanders ging niet door. Annulering. Door wie? In een open brief van 27 oktober aan de rectrice van de Universiteit Freiburg verwijten de twee organisatoren van het evenement het universiteitsbestuur de voordracht van Sanders te hebben afgezegd uit angst voor ordeverstoringen.
Voor deze angst zorgde weer een brief uit de studentenverenging ASTA, waar Tina Sanders eventjes als “islamfeindlich” werd belasterd. De organisatoren (waaronder het “Freiburger Bündnis gegen Antisemitismus”) wezen deze beschuldiging van Sanders finaal van de hand.
Intussen heeft de rectrice de annulering van het optreden van Sanders als “overhaast en verkeerd” erkend. Let wel, dat gebeurde onder vier ogen met de organisatoren. Desalniettemin verkondigde de universiteit vervolgens op het sociale medium X (29 oktober) niet verantwoordelijk te zijn geweest voor de afzegging van de lezing. Veeleer kwam die van de organisatoren…
De Badische Zeitung berichtte over het voorval. Ze citeerde de universiteit die over “veiligheidsproblemen” repte en er verder graag het zwijgen toe deed. De krant meldde overigens dat na de annulering van de voordracht van Sanders graffiti op de universiteit opdoken, die expliciet opriepen tot de vermoording van een medewerker van de universiteit. Hij zou tot de organisatoren van de lezing hebben behoord.
Redacteur Wagner noemt nog een ander academisch schandaal. Eind juli zou de filosoof Ingo Elbers aan dezelfde universiteit van Freiburg een voordracht houden over “Antisemitisme en postkoloniale theorie”. Nadat Elbe door het studentenparlement voor “racist en fascist” was uitgemaakt, zegden de organisatoren de lezing af. Dat wil zeggen: aan de universiteit. De Joodse gemeente van Freiburg bood vervolgens Elbe onderdak voor het houden van zijn voordracht.
Gerald Wagner somt nog een derde gebeurtenis op. Eind oktober discussieerde de publicist Michel Friedman met de gevolmachtigde van de Duitse regering in de strijd tegen antisemitisme, Felix Klein, aan de Freie Universität Berlin (FU). Dat gebeurde onder massieve veiligheidsmaatregelen. “Natuurlijk”, commentarieert de Duitse journalist, “het ging bij het gesprek tenslotte om antisemitisme”.
Deze schrikbarende situatie, zij het inmiddels een schijnbaar doodnormale academische toestand, noopt Wagner tot een tweede indringende vraag: “Wat blijft de hogescholen eigenlijk nog over: uit angst voor protesten en geweld bij zulke thema’s er direct maar van af te zien of pal te staan voor de verdediging van wetenschapsvrijheid, ook wanneer dat betekent nog meer geld voor veiligheidsmaatregelen uit te geven en voorheen open gebouwen in afgesloten vestingen te transformeren?”
Klip en klaar confronteert de FAZ-redacteur universitaire bestuurders in Berlijn met hun ongeloofwaardige relativeringen van pure terreur van pro-Palestijnse activisten. Geen brute, gewelddadige aanval op de academische vrijheid omdat er in het presidiumsgebouw van de FU per slot van rekening van colleges worden gegeven? Welk een “spitsvondigheid”, sneert Wagner.
En dan Julia von Blumenthal, presidente van de hoofdstedelijke Humboldt Universität. Zij heette de bestorming van het presidiumgebouw van de FU (17 oktober) door gemaskerde vandalen “slechts een delict”, een “enkele gebeurtenis”, die “ons beoordelingsvermogen niet diende te beperken”. Zelfs de Berlijnse “Students for Palestine” betitelden de bestorming op het platform X een “protest tegen de voortdurende steun van de FU voor Israël”.
Andermaal neemt Gerald Wagner de journalistieke vrijheid voor een poging om “ons beoordelingsvermogen onbeperkt te laten oordelen”. Zijn oordeel luidt glashelder: de bestorming van het FU-presidium was een terroristische aanval op deze universiteit, op de veiligheid en de lichamelijke integriteit van haar medewerkers en daarmee op haar vrijheid en die van de wetenschap.
Terecht maant de FAZ-redacteur de universiteiten hun plicht te vervullen: de academische vrijheid met eigen middelen zelf te verdedigen. Daarbij kunnen ze rekenen op de ondersteuning van het “onbeperkte beoordelingsvermogen van een liberaal gezinde publieke opinie”.
De behartenswaardige journalistieke bijdrage van Gerald Wagner onderstreept nogmaals de primaire academische noodzaak van deze dagen: Academische vrijheid vergt academische moed! En deze moed verdient alle publieke steun, voorop van ’s lands gekozenen en ongekozenen, de media.
Reactie plaatsen
Reacties