“Voor ons Israëli’s zijn oorlog en terreur nooit abstracte begrippen”, tekent de Israëlische psycholoog en auteur Michael Tobin op als gastcommentator van de Neue Zürcher Zeitung (NZZ/30 november 2024). “Ik ken zeven Israëli’s, die door zelfmoordenaars zijn omgebracht. Zij lieten 25 wezen achter.”
Het gastcommentaar van Tobin is een aangrijpend stuk. Evengoed een oefening in gezonde Israëlische zelfkritiek. Zij stemt tot nadenken, voor insiders en buitenstanders. Ligt het gevaar van zelfgenoegzaamheid niet voor iedereen en overal op de loer?!
Tobin neemt de lezer direct mee op een terugvlucht uit Nepal. Links van hem zit zijn goede vriend en klimpartner Seth Mandell. Diens 13-jarige zoon Koby is door een Palestijnse terrorist doodgeslagen. Vijf vrienden van mijn volwassen kinderen stierven bij gevechten in Gaza, voegt Tobin eraan toe.
Zoals alle Israëli’s zou de psycholoog de lijst van doden graag inruilen voor een prentenboek van hoop en vrede. “Maar nu is het helaas niet de tijd voor rust.”
Hij citeert vervolgens zijn zoon Aaron, commandant van een antiterreureenheid: “Ik haat oorlog. Ik ken de dood. Maar op het ogenblik hebben we geen andere keuze. We moeten voor onze kinderen een veilige toekomst scheppen.” Een mening die, aldus Tobin, door de overweldigende meerderheid van de Israëli’s wordt gedeeld.
Als vakman houdt de psycholoog de sterk wisselende stemmingen onder zijn medeburgers in het oog. Peilingen geven keer op keer aan welke gevoelens er leven onder de Israëlische bevolking. Handelt de Joodse staat met autoriteit en overtuiging, dan stijgt de populariteit van premier Netanyahu aanzienlijk. Omgekeerd daalt diens ster fors bij zwalkend regeringsbeleid.
Successen in de strijd (Pager, Nasrallah, Sinwar bijvoorbeeld) vormen “zuurstof voor de nationale trots en onze hoop”. Hoop ofwel “Tikvah”. Een woord, zo verklaart de gastschrijver van de NZZ, dat sinds duizenden jaren in de Joodse psyche verankerd is. Waarom? “Voor ons betekent sterkte hoop. En zonder sterkte is er geen kans op vrede.”
Om deze stelling te onderbouwen citeert Tobin de vroegere Israëlische minister-president Golda Meir: “Wanneer wij onze wapens neerleggen, worden wij afgeslacht. Wanneer de Arabieren hun wapens neerleggen, komt er vrede.”
De Israëlische auteur schakelt in zijn betoog dan over op het boek van Nassim Nicholas Taleb “Antifragiliteit” uit 2013. Deze Libanees-Amerikaanse schrijver onderscheidt drie categorieën qua reactie op stress, ontwrichting, onveiligheid, chaos: fragiel, robuust ofwel weerbaar en antifragiel.
Psycholoog Tobin past het schema van Taleb toe op het leven van de ouders van de vermoorde Israëlische jongen Koby Mandell en komt tot de conclusie dat zij hun persoonlijke tragedie niet alleen ongebroken doorstonden, maar zelfs de kracht vonden voor het initiatief van de Koby Mandell Foundation. Deze stichting biedt psychologische en sociale hulp aan families van terreurslachtoffers en gevallen soldaten.
“Ik geloof dat antifragiliteit in ons collectieve DNA verankerd is”, vervolgt Tobin. “Ons Joods leed heeft ons gesterkt. Seth en Sherri Mandell zijn twee voorbeelden van duizenden Israëli’s, waarbij het persoonlijke verdriet de kracht verleent voor groei en beweging.”
Bijzonder dankbaar is de Israëlische auteur voor het bestaan van de Joodse staat. Tot twee keer toe dankt hij God daarvoor. De Verhoorder van duizenden jaren van gebeden. Tegen alle waarschijnlijkheid in keerde de kwetsbare Joodse natie terug in haar vaderland. “En nu, daar we hier zijn, hebben onze huizen en families bescherming nodig.”
Met de scherpe blik van een psycholoog registreert Michael Tobin de eindeloze paradoxen in Israëlische levens: angst én zelfvertrouwen, rouw én heling, nederlaag én overwinning. Om er slechts enkele te benoemen. Echter, hoe om te gaan met panische angst voor raketaanvallen vanuit Teheran of Beiroet? “Het antwoord volgt uit de context van de Joodse geschiedenis en van overleven. Men verlicht zijn angst door zichzelf als een deel van een voortdurende traditie van volharding en successen op te vatten.”
Maar hoe werkt dat dan in de praktijk? Als je met velen, van alle leeftijden, voor luchtaanvallen in bunkers moet schuilen. Tobin: “Voor de kinderen legt je in die schuilruimtes zoetigheden klaar en spelletjes. En dan adem je diep door en je doet alsof het een heel normale dag is in het Heilige Land.”
Ondanks klinkende wapenfeiten van de Joodse staat tegen “de kop van de slang”, de Islamitische Republiek Iran en haar handlanger Hezbollah (“tandelozer dan we dachten”) houdt de pijn niet op, bekent de Israëlische gastcommentator. “De verliezen duren voort. De gegijzelden voeren een onvoorstelbaar bestaan.”
Toch ontwaart Tobin een glimp van hoop. Het einde van de oorlogsvoering lijkt in zicht. En dan volgt een scherpe, kritische zin: “De 7e oktober heeft ons uit onze zelfgenoegzaamheid losgerukt.” Op welke wijze? “De mythe van de voortdurende status quo loste zich op het moment op toen barbaren de poorten bestormden en weerloze Israëli’s afslachtten.”
Het onvoorstelbare gebeurde, gaat Tobin verder, het sprookje van de onkwetsbaarheid van Israël liep met geweld af. “Pure terreur spookte door de Israëlische psyche. Onze eigen hoogmoed werd op 7 oktober dodelijk gewond. Hoe pijnlijk het ook is om te zeggen, arrogantie was onze ziekte en ons mogelijke einde.”
Deze Israëlische zelfkritiek herinnert aan de waarschuwing die de historicus en Midden-Oostenexpert dr. Martin Kramer op 25 april 2023 neerschreef bij de viering van 75 jaar Joodse staat: “Israel has the most to fear not from doubt, but from hubris.”
Opvallend genoeg uit Michael Tobin zich in gelijke zin. Zeker, Israëls geduchte vijanden hebben keiharde klappen gekregen, “maar onze grootste vijand moet nog overwonnen worden”. Wie dan? “Zijn naam is hybris.” Ofwel hoogmoed. “Zij leidde tot de bijna fatale catastrofe van de Jom Kippoer oorlog. En, zoals we zullen vaststellen zodra wij het institutionele falen oprollen, zij maakte de 7e oktober mogelijk. De grootste zwakte is ons voor machtiger te houden dan wij zijn.”
Intussen hoopt de psycholoog op “het grootste wonder van deze oorlog”: hoogmoed ruimt het veld voor deemoed. Een “eerlijke zelfinschatting” wordt een middel tot “nationale vernieuwing en het begin van een realistisch proces in de richting van vrede”.
Daarbij maakt Michael Tobin wel een belangrijk voorbehoud: om de route richting vrede daadwerkelijk in te kunnen slaan, moet bij “onze vijanden” de realiteit wel invloed krijgen op “theologische zekerheden”…
IJdele hoop? De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Israëls vijanden in de regio Tobins verlangen allerminst voeden. Een onderschatting van de islamistische Jodenhaat, luidt dan ook een van de tientallen reacties op Tobins voorzichtige overweging.
Op het einde van zijn boeiende, zeer persoonlijk getinte gastcommentaar komt psycholoog Tobin nog een keer terug op het zo gruwelijk afgesneden leven van de zoon van zijn vriend en medebergbeklimmer Seth Mandell: “Men kan slechts hopen – want alleen zo volgt uit de verschrikkelijke moord op een kleine jongen met de naam Koby Mandell een organisatie die duizenden families hoop schenkt.”
Bron: gastcommentaar van de Israëlische psycholoog en auteur Michael Tobin in de NZZ van 30 november 2024 onder de titel “421 Tage Krieg – Die existenzielle Bedrohung fordert den Israeli einen ungeschminkten Blick in den Spiegel”.
Reactie plaatsen
Reacties