Het Duitse parlement debatteert én stemt deze week (4-8 november 2024) over de resolutie “Nooit weer is nu: Joods leven in Duitsland beschermen, bewaren en sterken”. Zaterdag 2 november maakten de regeringspartijen (SPD, Groenen en FDP) en de CDU dat in een gezamenlijke persverklaring bekend.
Daaraan gingen maanden van gesteggel over de tekst van de resolutie vooraf. Steen des aanstoots was de IHRA-definitie van antisemitisme die klip en klaar haatuitingen tegen de Joodse staat Israël onder antisemitisme schaart.
In de voorliggende resolutie is de internationaal breed geaccepteerde om- en beschrijving van Jodenhaat door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) duidelijk aangewezen als richtsnoer voor het handelen van de Duitse deelstaten en gemeentes. De Frankfurter Allgemeine geeft in haar editie van maandag 4 november alvast een voorproefje van de kritiek die dat zal losmaken.
Ondertussen beklemtonen de partijen die de resolutie inbrengen dat zij daarmee “een duidelijk teken” willen geven voor “een effectieve en structurele bestrijding” van het antisemitisme. Sinds de terreuraanval van Hamas op Israël (7 oktober 2023) is de Jodenhaat immers naar een sinds decennia ongekend niveau gestegen.
De tekst van de resolutie veroordeelt alle vormen van antisemitisme en roept de Bondsregering, de deelstaten en gemeentes op tot concrete maatregelen tegen Jodenhaat. Tegelijk wordt ook helder benoemd uit welke maatschappelijke milieus dit “toenemend open en gewelddadig antisemitisme” komt: rechtsextremistisch en islamistisch alsook links anti-imperialistisch en steeds meer anti-Israëlisch.
Over de Jodenhaat van moslimzijde meldt de ontwerpresolutie: “In de afgelopen maanden is niet ten laatste de schrikbarende mate van een antisemitisme duidelijk geworden, dat zich baseert op de immigratie uit de landen van Noord-Afrika en het Nabije en Midden-Oosten. Landen, waar antisemitisme en vijandschap tegen Israël op grond van islamistische en anti-Israëlische staatkundige indoctrinatie verbreid zijn.”
En passant keert de resolutie zich eveneens tegen antisemitische samenzweringstheorieën alsmede “opkomend volks denken”.
Al deze vormen van actuele en acute Jodenhaat leiden tot enorme onzekerheid onder Jodinnen en Joden in Duitsland, beklemtoont het parlementaire document.
Veelzeggend is de aandacht die de resolutie wijdt aan de noodzaak van de versterking van de rechten van onderwijsinstellingen (hogescholen!) in de strijd tegen antisemitisme. Denk aan consequente toepassing van hun huisrecht en de uitschrijving van studenten in bijzonder zware gevallen.
De Duitse deelstaten worden opgeroepen de wetgeving voor hogescholen op mogelijke lacunes te controleren alsook de strijd tegen antisemitisme tot een verplicht bestanddeel van de studierichtingen te maken. Dat laatste moet ook gelden voor de kwalificatie van docenten aan hogescholen. Ook op dit punt zal stellig verzet rijzen. De critici respectievelijk tegenstanders van de beoogde maatregel zullen de definiëring van antisemitisme als een wetenschappelijk vraagstuk beschouwen, ergo geen kwalificatiecriterium voor academische docenten.
Bijzondere aandacht in de resolutie krijgt ook de financiering van projecten in de kunstwereld en wetenschap. Bepaald niet verwonderlijk na diverse schandalen van puur antisemitisch artistiek vertoon. Geen overheidssubsidies mogen meer ten goede komen aan organisaties of projecten die antisemitisme verbreiden, het bestaansrecht van Israël aanvechten, tot een boycot van de Joodse staat oproepen of actief steun geven aan de BDS-beweging.
In een eerste reactie op de politieke consensus over de ontwerpresolutie zei de president van de Centrale Raad van Joden, Josef Schuster: “Wij horen het signaal – het blijft een moment van voorzichtig vertrouwen. De principes voor een effectieve bescherming van Joodse leven zijn nu gedefinieerd. De voorziene maatregelen moeten echter nog werkzaam en spoedig worden omgezet.”
In voorzichtig positieve zin uitte zich ook de voorzitter van de Duits-Israëlische Vereniging (DIG), Volker Beck. “Dit is een belangrijk signaal, dat toont dat de democratische partijen de bijzondere Duitse verantwoordelijkheid voor de veiligheid van Joods leven gemeenschappelijk waarnemen.” Maar ook Beck plaatste een waarschuwende kanttekening: het is ook belangrijk dat bij het begrip antisemitisme geen verwatering wordt geaccepteerd… Aan adders onder het gras alweer geen gebrek.
Reactie plaatsen
Reacties