Stel je voor: een politiepatrouille doet zijn ronde, maar stopt nergens, al helemaal niet om bij een geconstateerde overtreding een boete uit te schrijven. Deze weinig vleiende vergelijking met de omstreden VN-missie in Libanon (Unifil) maakte een Amerikaans veiligheidsexpert in het bekende tijdschrift “Foreign Affairs”.
Deze snijdende kritiek op Unifil (United Nations Interim Force in Lebanon voluit) haalt Petra Ramsauer aan in een NZZ-bijdrage (19 oktober 2024) die evenmin mals uitvalt voor de tweede VN-missie alweer in het land van de ceders. De eerste dateert van 1978.
Ramsauer hekelt de machteloosheid van Unifil II nog scherper dan de Amerikaanse expert. “In waarheid is het nog erger. In de dorpen van de bufferzone worden de voertuigen van de blauwhelmen regelmatig met stenen en eieren bekogeld. Vaak genoeg is een georkestreerde meute ter plaatse om met stokken op de Unifil-soldaten los te gaan, hun wapens en computers af te pakken en vervolgens te verdwijnen. Unifil krijgt de geroofde goederen dan spoedig weer van het Libanese leger terug.” Unifil draagt blauwe helmen, vandaar de aanduiding “blauwhelmen”. Zij opereren aan de Libanees-Israëlische grens, een bufferzone die naar internationaal mandaat (VN-Veiligheidsraad) vrij moet zijn van terreurtroepen van Hezbollah.
Het Israëlisch offensief in het zuiden van Libanon contra militaire stellingen en tunnels van Hezbollah raakt ook Unifil II. Vrijdag 18 oktober meldde een VN-woordvoerster vijf Israëlische aanvallen op Unifil. Prompt hagelde het per reflex internationale kritiek op Israëls regering en leger. Daarbij wordt een essentiële vraag -de kern van Unifils probleem ofwel fiasco- volledig genegeerd: hoe komt het dat Unifil zich middenin de gevechten tussen Israël en Hezbollah bevindt?
Van Israëlische zijde komt een duidelijk antwoord, dat tegelijk een zware aanklacht tegen de internationale gemeenschap behelst: de VN-troepen in Libanon hebben zich in twee decennia nooit van hun taak gekweten, namelijk de schepping van een bufferzone zonder Hezbollah aan de grens met Israël. Lik op stuk levert het Israëlische leger (IDF) daarvoor het compromitterende bewijs: slechts honderd meter van observatieposten van blauwhelmen trof de IDF bij het nu lopende grondoffensief tunnelsystemen, wapenarsenalen en commandoposten van de Radwan-strijdkrachten, de elite-eenheid van Hezbollah aan. “Voorbereidingen voor een aanval op Israël”, tekent NZZ-redacteur Ramsauer aan. “Wel jarenlang ondernomen vlak onder de neus van rond 10.000 VN-soldaten.”
Geen echte verrassing, schrijft Ramsauer. Wie de jaarlijkse rapporten van de secretaris-generaal van de Veiligheidsraad over de VN-missie in Libanon leest, weet beter. Elk jaar etaleerden zij het evidente falen van de vredessoldaten. “Het protocol van een mislukking”, valt Ramsauer bondig samen.
Zij informeert ook hoe alle pogingen van Amerikaanse en Europese zijde om de blauwhelmen meer macht te geven, uiteindelijk verzandden. Daarenboven vormen de Libanese strijdkrachten, die Unifil terzijde moeten staan, de grootste zwakke plek in het VN-mandaat. “Zij hebben niet alleen toegekeken hoe Hezbollah zich heeft bewapend, maar ook actief met de militie samengewerkt”, verklaart insider Sarit Halevi, een voormalige hoge officier van het Israëlische leger en oprichter van de denktank “Alma Research”, die zich concentreert op de militaire situatie in het noorden van Israël. “Ik heb daar met eigen ogen gezien hoe Hezbollah direct naast de blauwhelmen haar lanceerinstallaties voor raketten opbouwt en daarmee oefent.”
Intussen fascineert de kop boven het NZZ-artikel over Unifil II: “Blauwhelmen in Libanon: Ze boden kookcursussen en poëzie-lezingen aan, in plaats van Hezbollah te ontwapenen. Het protocol van een falen”. Het laatste element zijn we al tegengekomen. Maar kooklessen, wedstrijden in het voordragen van Franse dichtkunst?
Inderdaad, al snel vonden Unifil-soldaten andere taken dan de ontwapening en verdrijving van Hezbollah uit hun mandaatgebied. Onder de fraai klinkende noemer van een brede civiel-militaire coöperatie, die door de jaren heen uitdijde. Van kappersopleidingen onder VN-auspiciën tot kooklessen en hulp bij de olijvenoogst, inclusief taalonderricht door Franse soldaten met als zwaartepunt Franse poëzie.
De intentie van de VN bij dit alles: de opbouw van een samenleving die onafhankelijk is van Hezbollah, licht een Franse specialist in VN-missies toe. En zo jagen de VN onverdroten hersenschimmen na. Tegenover deze ‘poëzie’ staat het ‘proza’ van het Unifil-rapport dat 2023 uitkwam: “Wij hebben nog geen toegang tot de gebieden die voor ons van grote betekenis zijn. Daartoe behoren groene zones, vooral tunnelinstallaties, die naar Israël leiden, en militaire installaties, die niet onder controle staan van het Libanese leger.”
Zomer 2024 erkent Unifil II zwart op wit geen enkele voortuitgang te hebben geboekt in de ontwapening van “milities in het gebied”. “Sedert 8 oktober 2023 hebben Hezbollah en andere gewapende niet-statelijke groepen getoond dat zij in het zuiden van Libanon over militaire capaciteiten voor een aanval beschikken.” Maar liefst achttien jaar lang hebben de blauwhelmen de hernieuwde versterking van Hezbollah niet kunnen verhinderen, constateert NZZ-journaliste Petra Ramsauer.
Desalniettemin, en ook nog eens te midden van de verwoestingen van de nieuwe oorlog op Libanees territoir, beweert de woordvoerster van de VN-missie zonder blikken of blozen: “De rol van Unifil is momenteel belangrijker dan ooit. Wij moeten hier zijn.” Niet alleen de werkelijkheid voorbij, idem de schaamte.
Reactie plaatsen
Reacties